Iedereen is wel eens bang. Dat ismaar goed ook, want angst is gezond en beschermt je tegen gevaar. Als je bijvoorbeeld bang bent omje pijn te doen, let je goed op en raak je niet gewond. Als je bang bent omuitgelachen te worden, denk je na voor je iets zegt in een groep. Je denkt eraan omde deur op slot te doen, als je bang bent voor inbrekers. Bang zijn omaangevallen te worden door een leeuw, zorgt ervoor dat je snel wegholt of je verstopt. Angst zorgt ervoor dat je goed oplet en dat je snel kunt reageren, bijvoorbeeld vluchten of vechten. Dat komt door adrenaline, een hormoon dat je lichaam maakt wanneer je bang bent. Adrenalinemaakt dat je goed oplet en laat je hart sneller kloppen. Als je bijvoorbeeld per ongeluk een paar treden van de trap overslaat,merk je dat je hart opeens heel snel gaat kloppen.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Copyright information
© 2008 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
Bögels, S.M. (2008). Uitleg “cognitieve gedragstherapie”. In: Denken + Doen = Durven - werkboek kind. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6586-9_1
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6586-9_1
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5202-9
Online ISBN: 978-90-313-6586-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection