figure a

2.1 Breed kijken

De eerste fase is erop gericht de relatie met de cliënt en zijn nabije omgeving aan te gaan en vertrouwen op te bouwen. Vervolgens kan er informatie worden verzameld die nodig is om een goed beeld van de situatie van de cliënt te krijgen. Het is van belang om hier voldoende tijd voor te nemen, aangezien er anders een kans is dat relevante informatie wordt gemist, hetgeen leidt tot het onterecht níét stellen van wel aanwezige diagnoses. In dat geval wordt de cliënt benodigde zorg onthouden. Maar het tegenovergestelde kan natuurlijk ook, dus dat hierdoor niet-aanwezige diagnoses wél worden gesteld. Dat leidt tot onnodige inzet van zorg. Door voldoende tijd te nemen in deze fase is de kans ook groter om de oorzaak, of oorzaken, van de problemen te achterhalen. Die kennis is van cruciaal belang, aangezien daar vaak de sleutel tot de juiste doelen en interventies ligt.

De verpleegkundige zal zich in deze fase bewust moeten zijn van mogelijke vooroordelen. Deze veelvoorkomende valkuil (‘jumping to conclusions’) kan ertoe leiden dat belangrijke andere signalen mogelijk worden gemist. In deze fase wordt zowel van de cliënt als – indien mogelijk – van zijn nabije omgeving (familie, vrienden, mantelzorg enzovoort) informatie verkregen.

Dit verzamelen van relevante informatie is geen willekeurig, maar een systematisch, verpleegkundig proces. Het gaat immers om informatie die nodig is voor het stellen van de juiste verpleegkundige diagnose. En die diagnose(s) geeft/geven vervolgens richting aan zowel de te behalen doelen als de in te zetten interventies. Het alleen uitgaan van een algemene notie dat er ‘mogelijk op een bepaald gebied wat aan de hand is’, is dan ook volstrekt onvoldoende als vertrekpunt.

2.2 Determinanten

Wat helpt om breed te (blijven) kijken naar gezondheid, is het determinantenmodel van Lalonde, zie fig. 2.1. Determinanten zijn factoren die de gezondheid van mensen beïnvloeden. Deze determinanten betreffen niet alleen factoren binnen ‘de zorg’, maar ook daarbuiten, zoals omgevingsfactoren (de wijk, ons huis, werk en/of school) en de leefstijl. Door met deze bril naar de cliënt en zijn gezondheid te kijken komt de wijkverpleegkundige tot een breder en mogelijk beter inzicht in oorzaak en gevolg. Dit kan hem vervolgens helpen om op basis daarvan beter te prioriteren en de juiste acties te ondernemen. Het zal hierdoor duidelijk zijn dat niet alle benodigde interventies per definitie op het verpleegkundig domein liggen. Dit impliceert dat wijkverpleegkundigen in het belang van hun cliënten intensief moeten samenwerken met andere actoren binnen domeinen als veiligheid, sociale zekerheid, verkeer en onderwijs.

Figuur 2.1
figure 1

(Bron: RIVM)

Determinanten van gezondheid.

Goedbeschouwd is de kennis van deze determinanten een onderscheidende competentie van wijkverpleegkundigen, zeker als ze gepaard gaat met kennis van de mate waarin, en de manier waarop, deze determinanten kunnen worden beïnvloed.

Naast kennis van deze brede determinanten beschikt de wijkverpleegkundige over kennis van alle gezondheidsdomeinen. Deze zijn gebaseerd op de gezondheidspatronen van Gordon [1], die deel uitmaken van alle hbo-v-curricula. De elf gezondheidspatronen van Gordon zijn later verder uitgewerkt en onderbouwd in de dertien gezondheidsdomeinen van NANDA International [2]. Deze dertien domeinen bestrijken alle domeinen van gezondheid en stimuleren wijkverpleegkundigen breed te (blijven) kijken. In het volgende hoofdstuk wordt hier verder op ingegaan.

Omaha System

Omaha-gebruikers werken in deze fase aan een assessment van de cliënt en zijn situatie, waarbij niet wordt uitgegaan van de dertien gezondheidsdomeinen, maar van vier domeinen. Sommige organisaties gebruiken voor deze fase inmiddels een ‘Aanleidingformulier’, om alle relevante gegevens vast te leggen.

De wijkverpleegkundige kan aan de hand van de vier domeinen nagaan of er problemen zijn. De domeinen waar iets kan spelen, zijn het omgevingsdomein, het psychosociale domein, het fysiologische domein en/of het gezondheidsgerelateerde gedragsdomein. De prikkel om breed te kijken (dus naar alle gezondheidsdomeinen) is hier minder groot. De aanleiding is bij Omaha-gebruikers richtinggevend: komt een cliënt uit het ziekenhuis, is een chronische aandoening gevonden die ondersteuning noodzakelijk maakt of is er sprake van herstel na behandeling [3]. Dit nodigt vooral uit tot actie in het verlengde van de medische situatie, de cure, en tot werken in de verlengde-arm-constructie van de medicus. Om te voldoen aan de Normen voor indiceren en organiseren van verpleging en verzorging in de eigen omgeving (V&VN 2014) is het Omaha System voor gebruik in Nederland mede daarom aangevuld met de uitnodiging om bij het assessment direct aandacht te hebben voor de aandachtsgebieden die te maken hebben met zelfredzaamheid en eigen regie.