Samenvatting
Met de komst van het beeldvormend onderzoek is de aard van het neuropsychologisch onderzoek drastisch veranderd. De afgelopen decennia werden beeldvormende technieken zoals positronemissietomografie (pet) en ‘magnetic resonance imaging’ (magnetische resonantie; mri) ontwikkeld en werd de kwaliteit van computertomografie (ct) enorm verbeterd. Richtte het neuropsychologisch onderzoek zich tot in de jaren zeventig op het vaststellen of er al of niet sprake was van ‘organiciteit’ en op het bepalen van de veronderstelde locatie van de cerebrale beschadiging of disfunctie, met de komst van de geavanceerde beeldvormende technieken blijken deze vraagstellingen gedateerd. Dit betekent geenszins dat het neuropsychologisch onderzoek overbodig is geworden. Het onderzoek naar de cognitieve en gedragsgevolgen van hersenbeschadiging blijft, ondanks de geavanceerde beeldvormende technieken, van het grootste belang voor de klinische praktijk, mede omdat de individuele variatie in de samenhang tussen beschadiging en stoornis groot is. In dit hoofdstuk worden de voor de klinische praktijk meest relevante beeldvormende technieken besproken, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de vele mogelijkheden van de nieuwe generatie beeldvormende technieken. Daarna wordt ingegaan op de relatie van deze technieken tot het neuropsychologisch onderzoek.
Literatuur
Anderson CV, Bigler ED, Blatter DD. Frontal lobe lesions, diffuse damage, and neuropsychological functioning in traumatic brain-injured patients. J Clin Exp Neuropsychol 1995;17:900-8.
Bigler ED. Neuropsychological assessment, neuroimaging and clinical neuropsychology: a synthesis. Arch Clin Neuropsychol 1991;6:113-32.
Bigler ED, Snyder JL. Neuropsychological outcome and quantitative neuroimaging in mild head injury. Arch Clin Neuropsychol 1995;i0:159-74.
Bigler ED, Porter SS, Lowry CM. Neuroimaging: interface with clinical neuropsychology. In: Maruish ME, Moses JA (eds). Clinical neuropsychology: theoretical foundation for practitioners. Mahwah, NY: Lawrence Erlbaum, 1997:163-218.
Gale SD, Johnson SC, Bigler ED, e.a. Traumatic brain injury and temporal horn enlargement: correlates with tests of intelligence and memory. Neuropsychiatry Neuropsychol Behav Neurol 1994;7:160-5.
Osborne AG. Clinical neuroradiology. St. Louis: Mosby, 1994.
Papanicolai AC. Fundamentals of functional brain imaging: a guide to the methods and their applications to psychology and behavioral neuroscience. Lisse: Swets & Zeitlinger, 1998.
Rugg MD, Coles MGH. Electrophysiology of mind: event related potentials and cognition. Oxford: Oxford University Press, 1995
Stark DD, Bradley WG. Magnetic resonance imaging. 3rd ed. St. Louis: Mosby, 1999. Moonen CTW, Bandinetti PA. Functional mri. New York: Springer, 1999.
Zimmerman RA, Gilby WA, Carmody RF. Neuroimaging. Clinical and physical principles. New York: Springer, 2000.
Zomeren E van, Lindeboom J. Vraagstellingen in de neuropsychologische diagnostiek. In: Deelman B, Eling P, Haan E de, e.a. (red). Klinische neuropsychologie. Amsterdam: Boom, 1997:15-38.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media B.V.
About this chapter
Cite this chapter
Wilmink, J.T., van Kroonenburgh, M.J.P.G., van Strien, J.W. (2017). Beeldvormend onderzoek: technieken en relatie tot neuropsychologisch onderzoek. In: Niet-aangeboren hersenletsel bij volwassenen. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-368-1479-9_6
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-1479-9_6
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-368-1478-2
Online ISBN: 978-90-368-1479-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection