Samenvatting
Het uitgangspunt is dat in de periode dat een vrouw borstvoeding geeft gebruik van geneesmiddelen zoveel als mogelijk is moet worden vermeden of beperkt. Het kan zinvol zijn om voor de partus al te overwegen of een bepaald geneesmiddelbeleid na de partus ongewijzigd kan worden voortgezet. Binnen een farmacotherapeutische groep kiest men voor gebruik tijdens de periode van borstvoeding een middel dat zo weinig mogelijk doordringt in de moedermelk: groot verdelingsvolume, hoge eiwitbinding en lage vetoplosbaarheid. Indien tijdens de periode van borstvoeding behandeling met een geneesmiddel is aangewezen, is er dan een kans op ongewenste effecten bij het zogende kind en kan het geneesmiddel invloed hebben op de melkproductie?
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Literatuur
S. Ito. Drug therapy for breast-feeding women. N Engl J Med 2000;343:118-26.
Geneesmiddelen en borstvoeding. Geneesmiddelenbulletin 1993;27: 71-8.
Schaefer C, Peters P, Miller RK. Drugs during pregnancy and lactation. Treatment options and risk assessment. 2nd ed. London: Academic Press, 2007.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 2016 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
About this chapter
Cite this chapter
Sitsen, J., Vasbinder, E., Abdullah-Koolmees, H. (2016). Geneesmiddelen en borstvoeding. In: Sitsen, J., Vasbinder, E., Abdullah-Koolmees, H. (eds) Geneeskundig jaarboek 2017. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-368-1332-7_6
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-1332-7_6
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-368-1331-0
Online ISBN: 978-90-368-1332-7
eBook Packages: Dutch language eBook collection