Mevrouw Gerberink is een dame op leeftijd die erg haar best doet er mooi uit te zien. Ze bezoekt het spreekuur eens in de twee weken, meestal om te kijken of er toch nog een verwijzing naar een specialist los te peuteren valt naar aanleiding van een van haar talrijke klachten. De tweewekelijkse afspraak is een compromis tussen haar, een paar radeloze specialisten en de huisarts.

Mevrouw Gerberink klaagt vandaag over pijn in haar nek. Ze wil graag onderzocht worden, want zoveel pijn moet toch ergens vandaan komen. De fysiotherapeut door wie ze al jaren wekelijks behandeld wordt, is het helemaal met haar eens: het zou wel eens een hernia kunnen zijn. De fysiotherapeut zal dat niet zo gezegd hebben, maar hij heeft zich kennelijk ook neergelegd bij de uitzichtloze behandeling die deze rijke oude dame wenst. Hij kan het niet over zijn hart verkrijgen haar de deur te wijzen. Ze heeft het thuis heel zwaar: haar vijftien jaar oudere echtgenoot, ooit een vlotte zakenman, die zij trouwde op haar dertigste, voor hem het tweede huwelijk, is aan het dementeren en eist haar te veel op. Zijn twee kinderen uit het eerste huwelijk hebben haar nooit gemogen, ze komen zelden op bezoek in het grote buitenhuis en als ze het doen, ontstaat er steevast gedoe over de verdeling van de erfenis. Zij heeft geen eigen kinderen. Mevrouw Gerberink heeft een weekschema voor bezoek aan de fysiotherapeut, enkele specialisten en u. Haar klachten betreffen haar darmen, die overgevoelig zijn, haar onderrug, die steeds pijn via de billen haar bovenbenen instuurt, haar nek, waar ze erg moe van wordt, en haar hoofd, waar niemand van verklaren kan waarom dat altijd zo’n pijn doet, vooral ’s morgens. En ze ziet niet goed.

De huisarts ziet een goed opgemaakte, vermoeid ogende, dame van 70 jaar: “U onderzoekt mij deze keer toch wel, hè dokter?” Bij het onderzoek valt op hoe mager ze is, geschat BMI 18. Dan wordt de nek onderzocht door de huisarts.

FormalPara Wat vraagt de huisarts zich af?
  1. a.

    Hoe heb ik deze behandeling zo laten ontsporen?

  2. b.

    Zou een röntgenfoto haar tevreden stellen, of hebben we dat laatst al eens gedaan?

  3. c.

    Misschien moet ik de medicatie nog eens kritisch doornemen.

  4. d.

    Zal ik de komende week de echtgenoot thuis bezoeken om zijn situatie te beoordelen.

FormalPara Toelichting

Het is duidelijk dat mevrouw Gerberink de huisarts, de fysiotherapeut en enige specialisten ingepalmd heeft. Zij heeft de regie in handen, ze vlucht een paar uur per dag van haar veeleisende, vervelende man door een batterij aan hulpverleners te bezoeken. Zij presenteert pijnklachten, die men probeert te verklaren en van een passende behandeling probeert te voorzien. Ondertussen slaan de behandelingen na een aanvankelijk veelbelovend resultaat niet aan. “Wat vervelend voor u dokter, u doet zo uw best voor mij.”

De huisarts verdenkt mevrouw Gerberink van laxantia- en analgeticamisbruik. Die middelen koopt zij bij drogisterijen, maar ze zorgt er wel voor dat ze niet in het zicht staan in het ongezellige, keurige, grote huis waar het echtpaar woont.

Optie b is niet goed, de gecombineerde andere mogelijkheden geven een integrale aanpak aan. De steeds terugkerende hulpvraag is in dit geval een lokaas om de huisarts medisch bezig te houden, terwijl de stuwende kracht achter haar gedrag het ongelukkige huwelijk is, met de uitzichtloze situatie waarin ze gevangen zit, en het klachtenpatroon dat haar leefpatroon is gaan bepalen.

Haar bazige, bozige man duldt geen vreemden in huis. Toen de huisarts hielp regelen dat er huishoudelijke hulp kwam, heeft hij die vrouw ontslagen en weggestuurd toen mevrouw Gerberink naar een van haar medische afspraken was. Mevrouw Gerberink kan het niet over haar hart verkrijgen te scheiden, ze zou ook niet weten waar ze heen moest.

De huisarts neemt zich voor aan haar lichamelijke klachten minder aandacht te schenken en meer moeite te steken in manieren vinden om haar te steunen, in afwachting van de gang naar het verpleeghuis van haar echtgenoot. Dus hij onderzoekt haar nek, de sensibiliteit, kracht en reflexen van de armen en stelt haar gerust: er is geen sprake is van een hernia. De huisarts stelt dat stress, de zware last die op haar schouders rust, naar zijn overtuiging een grote rol speelt bij het onderhouden van de pijn in de nek: “Hoeveel Chefarine neemt u daar nu voor op een dag?”, vraagt hij tussen neus en lippen door. Ongeacht haar antwoord, is zijn volgende opmerking: “Die hoofdpijnen van u zouden daar wel eens van kunnen komen.” “Hoofdpijn van pijnstillers dokter?” De huisarts legt uit dat coffeïne, alcohol en paracetamol allemaal onthoudingsverschijnselen kunnen veroorzaken als iemand er lang en veel van gebruikt. Al menig patiënt is van zijn ochtendhoofdpijn verlost door te stoppen met pijnstillers. Het is vreemd maar waar. “Probeert u het, twee dagen wordt het erger, daarna bent u herboren.” Zolang er geen andere uitlaatklep is, laat de huisarts mevrouw Gerberink in haar waarde, maar hij neemt zich voor haar klachtenbouwwerk bij iedere kans die hij krijgt, verder af te breken. De volgende keer dat zij komt, gaat hij het hebben over vrijwilligerswerk in het beoogde verpleeghuis van haar man.

Reflectie: deze casus geeft aan dat het niet altijd mogelijk of zelfs wenselijk is om alles via het boekje te doen.