Samenvatting
Als het gaat om het voorschrijven van medicatie heeft de gemiddelde arts veelal een ‘heilig ontzag’ voor zwangerschap. Dit betekent dat veel artsen terughoudend zijn met het voorschrijven van medicijnen, ook in die gevallen waar het wel geïndiceerd is. De eerste vraag is of de zwangere vrouw een aandoening heeft die je zou behandelen als ze niet zwanger was. Als het antwoord ‘ja’ is, moet je nu ook behandelen, maar dan wel eerst vragen welk medicijn van de mogelijke effectieve alternatieven het veiligst is in de zwangerschap. Een zwangere niet behandelen, alleen omdat ze zwanger is, kan schade berokkenen. Daarom geldt ‘een zwangere niet behandelen, is een zwangere mishandelen’.
Meestal is er wel even tijd voordat een definitieve keuze gemaakt wordt en is er dus tijd om, zo nodig, te overleggen. Bij onzekerheid is (multidisciplinair) overleg van belang omdat verschillende behandelaren/ artsen elk hun eigen specifieke kennis hebben over de ziekte, de therapie, het geneesmiddel, de zwangere en haar kind. Daarnaast is veel informatie beschikbaar bij de Teratologie Informatie Service Lareb (TIS).
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Rights and permissions
Copyright information
© 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV
About this chapter
Cite this chapter
Nijhuis, J., van Thoor, C. (2015). Geneesmiddelen en zwangerschap. In: van den Bosch, W., Dukel, L., Sitsen, J. (eds) Het gynaecologisch formularium. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-368-0840-8_22
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-368-0840-8_22
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-368-0839-2
Online ISBN: 978-90-368-0840-8
eBook Packages: Dutch language eBook collection