Abstract
18 augustus. De eerste dag na mijn vakantie zit ik in mijn kamer in de Ruysdaelkliniek te werken. Er wordt hard op de deur geklopt. Het zijn Dekker en Johan. De begroeting is hartelijk. Ik was die ochtend niet op de polikliniek. Ze hebben aan dokter Heller gevraagd of ik al terug was. Hij zei van wel. Zodoende komen ze me opzoeken. Dekker en zijn pleegzoon zijn samen een paar dagen op pad geweest. Enthousiast vertellen ze over hun belevenissen. Ik vraag Dekker hoe het met zijn ziekte gaat. ‘Goed,’ zegt hij. ‘De kanker is weg. Op de foto’s is niets meer te zien.’ Maar hij is ‘slechter uit de kuur gekomen’ dan dat hij erin is gegaan. Hij heeft last van dove vingers en voeten. Hij haalt zijn schouders op. Hij is luidruchtig en vriendelijk als altijd. Ik ben blij hem weer te zien.
This is a preview of subscription content, log in via an institution.
Buying options
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Learn about institutional subscriptionsCopyright information
© 2005 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
The, AM. (2005). Recidief. In: Tussen hoop en vrees. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-9329-9_7
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-9329-9_7
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4703-2
Online ISBN: 978-90-313-9329-9
eBook Packages: Dutch language eBook collection