Skip to main content
  • 3062 Accesses

Samenvatting

Infecties kunnen worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, gisten en schimmels of parasieten. Dit onderscheid is van belang, omdat de keuze van de te gebruiken geneesmiddelen afhankelijk is van deze onderverdeling. Antivirale middelen hebben bijvoorbeeld geen effect op bacteriële infecties. Daarnaast worden de verschillende antimicrobiële middelen onder andere ingedeeld op grond van hun werkingsmechanisme. De belangrijkste groepen antibacteriële middelen zijn bètalactamantibiotica (waaronder de penicillinen en cefalosporinen), tetracyclinen, aminoglycosiden, macroliden, trimethoprim, chinolonen en antituberculosemiddelen. De antivirale middelen worden apart besproken. Antiparasitaire middelen en antischimmelmiddelen passen niet binnen het bestek van dit boek en worden hier niet besproken.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this chapter

Institutional subscriptions

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

Copyright information

© 2012 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

About this chapter

Cite this chapter

Schneeberger, P. (2012). 23 Antimicrobiële middelen. In: Interpretatie van medisch laboratoriumonderzoek. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-8993-3_23

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-8993-3_23

  • Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten

  • Print ISBN: 978-90-313-8992-6

  • Online ISBN: 978-90-313-8993-3

  • eBook Packages: Dutch language eBook collection

Publish with us

Policies and ethics