Abstract
Hoe komt het dat een lamp licht geeft, dat we de donder horen nadat we de bliksem zagen, dat sommige mensen verslaafd kunnen raken aan een gokkast en dat anderen stemmen horen terwijl er niemand spreekt? De eerste twee vragen behoren tot het domein van de natuurkunde, de laatste twee tot de psychopathologie . Ze worden hier in één adem genoemd omdat de kwesties, hoe uiteenlopend ook, in een belangrijk opzicht vergelijkbaar zijn. Bij al deze vragen gaat het erom hoe het komt dat iets het geval is. En steeds is de structuur van het antwoord dezelfde. Het idee is simpel. We nemen iets waar wat we niet begrijpen, bijvoorbeeld pubers die verslaafd zijn aan gokken. Om het gokken te kunnen verklaren, beschouwen we het gokken als een gevolg van een oorzaak . We redeneren: als A (oorzaak) dan B (gevolg). Als we iets opmerkelijks (buitensporig gokken, donder en bliksem) hebben kunnen toeschrijven aan een oorzaak, dan hebben we het daarmee voorlopig verklaard. Zo ontstaat gokverslaving omdat mensen die het aangaat gokken op de een of andere manier uiterst belonend vinden, ook al verliezen ze er veel geld mee. Maar hoe komt het nu dat gokverslaafden zo gevoelig voor beloning zijn en andere mensen kennelijk veel minder? Dat is een nieuwe vraag. Het antwoord daarop zal op zijn beurt ook weer nieuwe vragen genereren. De structuur van de reeks vragen en antwoorden is echter steeds dezelfde. De vraag luidt: hoe komt het dat B het geval is? Het antwoord is: omdat B veroorzaakt wordt door A.
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Similar content being viewed by others
Over scheurbuik, dode zalm, en het experiment
Fusar-Poli, P., Broome, M., Barale, F., & Stanghellini, G. (2009). Why is psychiatric imaging clinically unreliable? Epistemological perspectives in clinical neuroscience. Psychotherapy and Psychosomatics , 78, 320–321.
Griez, E. (1984). Problems and perspectives in experimental anxiety. In E. Griez & M. van den Hout (Eds.), Carbondioxide and anxiety. An experimental approach to a clinical claim . Maastricht: Dissertatie.
Groopman, J. (2007). How doctors think . Boston: Houghton Mifflin Harcourt.
Heerden, J. van (2007). Uit het autowrak gezaagd . Amsterdam: Prometheus.
Reve, K. van het (2009). Verzameld werk; Deel 3. Amsterdam: Van Oorschot.
Rosenhan, D.L. & Seligman, M.E.P. (1989). Abnormal psychology . New York: Norton.
Sanders, L. (2009). Trawling the brain. New findings raise questions about reliability of fMRI as gauge of neural activity. Science News, 176 , 16–20.
Tversky, A. & Kahneman, D. (1981). The framing of decisions and the psychology of choice. Science, 211 , 453–458.
Rights and permissions
Copyright information
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
About this chapter
Cite this chapter
Jansen, A., van den Hout, M., Merckelbach, H. (2010). Over scheurbuik, dode zalm, en het experiment. In: Gek, Experimentele psychopathologie. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7640-7_1
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7640-7_1
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-7639-1
Online ISBN: 978-90-313-7640-7
eBook Packages: Dutch language eBook collection