Zusammenfassung
Iedereen die de diagnose diabetes krijgt, heeft een te hoge bloedglucosewaarde. Bij type 2 diabetes maakt het lichaam niet genoeg insuline om de bloedglucosewaarden voldoende laag te houden. Bovendien reageert het lichaam niet meer goed op de insuline die nog wel wordt gemaakt; is minder gevoelig geworden voor insuline. Bij type 1 diabetes produceert het lichaam helemaal geen insuline meer. In beide situaties zijn hoge bloedglucosewaarden het gevolg. Om de kwaliteit van leven te verbeteren en het risico op complicaties te verkleinen is het belangrijk de bloedglucosewaarden laag te houden, met zo min mogelijk hypo’s (hypoglykemie = te lage bloedglucosewaarde). Voor een goede diabetesregulatie is het daarom essentieel om regelmatig de bloedglucosewaarden te meten. Want hoe cliché het misschien ook klinkt: meten = weten. Alleen op basis van bloedglucosemetingen kan op tijd actie ondernomen worden.
Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Rights and permissions
Copyright information
© 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
Kreugel, G. (2010). Algemeen. In: De meest gestelde vragen over Diabetes en zelfcontrole. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7582-0_3
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7582-0_3
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-7581-3
Online ISBN: 978-90-313-7582-0
eBook Packages: Dutch language eBook collection