Skip to main content

Part of the book series: Methodisch Werken ((MET))

  • 4425 Accesses

Een handboek over beeldend therapie zou geen handboek zijn als het niet zou beginnen met de definiëring van het begrip ‘beeldende therapie’. De identiteit van het beroep wordt onderschreven door een-duidige hantering van dit begrip.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this chapter

Institutional subscriptions

Preview

Unable to display preview. Download preview PDF.

Unable to display preview. Download preview PDF.

Literatuur

  • Alaouanine, T. (1948). Aphasia and artistic realization. Brain, 71, 229–241.

    Article  Google Scholar 

  • Arnheim, R. (1954). Art and visual perception, a psychology of the creative eye. Berkeley, LA: University of California Press.

    Google Scholar 

  • Arnheim, R. (2005). Gestalt and Art, a psychological theory; Opnieuiu ontsloten door Versteegen I. Wenen: Springer Verlag.

    Google Scholar 

  • Asselbergs-Neessen, V. (1989). Kind, kunst en Opvoeding. Amersfoort/Leuven: Acco.

    Google Scholar 

  • Bachelard, G. (1990). Psychoanalyse van het vuur. Meppel: Boom.

    Google Scholar 

  • Bakker, C. & Goei, L. de (2002). Een bron van goede zorg en goede werken. Nijmegen: SUN.

    Google Scholar 

  • Berger, J. (1974). Anders zien. Nijmegen: SUN.

    Google Scholar 

  • Bosnian, A. (2008). Pedagogische wetenschap, koorddansen tussen kunst en kunde; Oratie sektie orthopedagogiek van Ieren en ontiuikkelen. Nijmegen/Hilversum: Radboud Universiteit Nijmegen/Eenmalig.

    Google Scholar 

  • Brodmann, K. (1909). Vergleichende Lokalisationslehre der Grosshirnrinde in ihren Prinzipien dargestellt auf Grund des Zellenbaues. Leipzig: J.A. Barth.

    Google Scholar 

  • Brom, M. M. (1981). Ehrenzweig en het articulatieproces. In M. M. Brom (1984). Over de kreatief process theorie en haar toepassingsmogelijkheden (Interne uitgave). Amersfoort: Sociaal Pedagogische Opleidingen, Middeloo.

    Google Scholar 

  • Buber, M. (1998). Ich und Du. Utrecht: Erven J. Bijleveld.

    Google Scholar 

  • Buurman, K. (2005). Van Kunstanaloog naar morfoloog en analoog proces (Werkstuk module Theorieontwikkeling Masteropleiding Vaktherapieën). Sittard: Hogeschool Zuyd.

    Google Scholar 

  • Buytendijk, F. (1932). Het spel bij mens en dier, als openbaring van Ieuensdriften. Amsterdam: Kosmos.

    Google Scholar 

  • Cane, F. (1951). The artist in each of us, art therapy publications. Washington DC: Craftsbury Common.

    Google Scholar 

  • Carey, D. P., Dijkerman, C., Murphy, K. J., Goodale, M. A. & Milner, D. A. (2006). Pointing to places and spaces in a patient with visual form agnosia. Neuropsychologia, 44, 1584–1594.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Damasio, A. (2003). Ik uoel dus ik ben, hoe gevoel en Iichaam ons beuiustzijn vormen. Amsterdam: Wereldbibliotheek.

    Google Scholar 

  • Damasio, A. (2004). Het gelijk van Spinoza, vreugde uerdriet en het voelende brein. Amsterdam: Wereldbibliotheek.

    Google Scholar 

  • Damasio, A. R. (1994). Descartes’ error: emotion, reason, and the human brain. New York: Grosset/Putnam.

    Google Scholar 

  • Damasio, A. R. (1998). De vergissing van Descartes, gevoel, verstand en het menselijke brein. Amsterdam: Wereldbibliotheek.

    Google Scholar 

  • Damasio, A. R., Tranel, D. & Damasio, H. (1991). Somatic markers and the guidance of behavior: Theory and preliminary testing. In H.S. Levin, H.M. Eisenbert & A.L. Benton (eds.), Frontal lobe function and dysfunction (pp. 217-229). New York: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Dewey, J. (1934). Art as Experience. New York: Minton Balch & Co.

    Google Scholar 

  • Dijksterhuis, A. (2007). Het slimme onbeiuuste, denken met geuoel. Amsterdam: Bert Bakker.

    Google Scholar 

  • Drift, H. van der (1957). Beknopte Ieidraad bij de toepassing van speltherapie, culturele therapie en beiuegingstherapie in de psychiatrische inrichting. Utrecht: Bijleveld.

    Google Scholar 

  • Droste, M. (2002). Bauhaus 1919-1933. Tübingen: Taschen.

    Google Scholar 

  • Ehrenzweig, A. (1986). Onbeiuuste processen bij het horen en zien van (kunst-) vormen (H. Smitskamp, Trans.) (Interne uitgave). Amersfoort: Sociaal Pedagogische Opleidingen, Middeloo (oorspronkelijk werk gepubliceerd in 1953).

    Google Scholar 

  • Erikson, E. (1964). Kind en Samenlewng (Norton, Trans.). Utrecht: Het Spectrum (oor-spronkelijk werk gepubliceerd in 1950).

    Google Scholar 

  • Federatie Vaktherapeutische Beroepen (2007). Projiel Vaktherapeutische beroepen, concept december. Utrecht: FVB.

    Google Scholar 

  • Franklin, S., Sommers, P. V. & Howard, D. (1992). Drawing without meaning? Dissociations in the graphic performance of an agnostic artist. In R. Campbell (ed.), Mental Lives: Case studies in cognition (pp. 179-198). Oxford: Blackwell.

    Google Scholar 

  • Freud, A. (1973). Het Ik en de ajiueermechanismen. Baarn: Ambo.

    Google Scholar 

  • Freud, S. (1984). Cultuur en religie. Meppel: Boom.

    Google Scholar 

  • Gadamer, H. G. (1960). Wahrheit und methode. Tübingen: Taschen.

    Google Scholar 

  • Gadamer, H. G. (1993). De actualiteit van het schone, Kunst als spel, symbool en feest. Meppel: Boom.

    Google Scholar 

  • Gerritsen, R. (2004). James. Reeks Kopstukken Filosqfie. Rotterdam: Lemniscaat.

    Google Scholar 

  • Geschwind, N., & Galaburda, A. M. (1987). Cerebral lateralization: biological mechanisms, associations and pathology. Cambridge, MA: MIT Press.

    Google Scholar 

  • Giddens, A. (1991). Modernity and the self identity. Cambridge, MA: Polity Press.

    Google Scholar 

  • Gombrich, E. (1964). Kunst en illusie, De psychologic van het weergeuen. Zeist: De Haan.

    Google Scholar 

  • Gombrich, E. (1992). Eeuiuige schoonheid. (14e ed.). Houten: De Haan.

    Google Scholar 

  • Goodale, M. A., & Milner, A. D. (1992). Separate visual pathways for perception and action. Trends in Neuroscience, 15, 20–25.

    Article  CAS  Google Scholar 

  • Goodale, M. A., & Milner, A. D. (2004). Sight unseen: An exploration of conscious and unconscious vision. Oxford: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Grabau, E. & Visser, H. (1987). Creatieve therapie, spelen met mogelijkheden. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

    Google Scholar 

  • Greenburg, L. S. (2002). Emotion focused therapy. Washington, DC: American Psychological Association.

    Google Scholar 

  • Heidegger, M. (1996). De oorsprong van het kunstiuerk. Meppel: Boom.

    Google Scholar 

  • Hermans, H. e.a. (1995). Self narratives, the construction of meaning in psychotherapy. New York: Guilford Press.

    Google Scholar 

  • Houben, J. & Smitskamp, H. (1982). Derde Wil Waardenburg week (Interne uitgave). Amersfoort: Sociaal Pedagogische Opleidingen Middeloo.

    Google Scholar 

  • Huizinga, J. (1938). Homo Ludens (3e ed.). Groningen: Wolters Noordhoff.

    Google Scholar 

  • Huizinga, J. (1938). Homo Ludens, proeue van ener bepaling van het spel in de cultuur. Haarlem: W.E.J. Tjeenk Willink.

    Google Scholar 

  • Hutschemaekers, G. (1998). Beroepen in beiweging. Utrecht: Trimbos-instituut.

    Google Scholar 

  • Itten, J. (1994). Kleurenleer. Utrecht: Cantecleer.

    Google Scholar 

  • James, W. (1901). The principles of psychology. Londen: MacMillan & Co.

    Google Scholar 

  • Jung, C. (1992). De mens en zijn symbolen. Rotterdam: Lemniscaat.

    Google Scholar 

  • Kastner, S., Schneider, K. A. & Wunderlich, K. (2006). Beyond a relay nucleus: neuroimaging views on the human LGN. Progress in Brain Research, 155, 125–143.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Kennedy, F. & Wolf, A. (1936). The relationship of intellect to speech defect in aphasic patients. Journal of Nervous and Mental Disease, 84, 125–145, 293–311.

    Google Scholar 

  • Kliphuis, M. (1957). De betekenis van de creatieve activiteit. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 6.

    Google Scholar 

  • Kliphuis, M. (1957). De creatieve bezigheid in de kinderbescherming (11e ed.). De Koepel.

    Google Scholar 

  • Kliphuis, M. (1957). Psychiatrische bezigheidstherapie. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 11.

    Google Scholar 

  • Kliphuis, M. (1973). Het hanteren van creatieve processen in vorming en hulpverlening. In L. Wils (red.), Bij luijze van spelen, creatieve processen bij vorming en hulpverlening, (chap. 3). Alphen aan den Rijn: Samsom.

    Google Scholar 

  • Kliphuis, M. (1976). Basisbegrippen voor een algemene methodiek van kreatieve procestherapie (Lezing 8e Congress of Art and Psychotherapy). Documentatiebladen van de Vereniging voor Kreatieve Therapie, 4.

    Google Scholar 

  • Kohler, W. (1947). Gestaltpsychology. New York: International University Press.

    Google Scholar 

  • Kramer, E. (1971). Art as therapy with children. New York: Schocken Books.

    Google Scholar 

  • Kramer, E. (1980). Creativiteitstherapie. Rotterdam: Ad Donker.

    Google Scholar 

  • Kris, E. (1952). The aesthetic illusion. In Kris, E., Psychoanalytic explorations in Art New York Internationa, (chap I, III). New York: University Press Inc. (Vertaling: Kris E. De esthetische illusie 1989, Meppel, Boom).

    Google Scholar 

  • Kunneman, H. (1996). Van theemutscultuur naar lualkmanego, contouren van een postmoderne identiteit. Amsterdam: Boom.

    Google Scholar 

  • Kunneman, H. (2005). Voorbij het dikke ik. Amsterdam: SWP.

    Google Scholar 

  • Kwant, R. C. (1968). De fenomenologie van Merleau Ponty. Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum.

    Google Scholar 

  • Kwant, R. C. (1968). Mens en Expressie. Utrecht: Prisma.

    Google Scholar 

  • Landy, R. (1993). The meaning ojrole in drama, therapy and every day life. Londen: Jessica Kingsley.

    Google Scholar 

  • Linde, M. van der (2007). Basisboekgeschiedenis sociaal tuerk in Nederland. Amsterdam: SWP.

    Google Scholar 

  • Löwenfeld, V. (1939). The nature of Creative Activity. New York: Harcourt Brace & Co.

    Google Scholar 

  • Löwenfeld, V. (1952). Creative and mental Growth. New York: Macmillan & Co.

    Google Scholar 

  • Marr, D. (1976). Early processing of visual information. Philosophical Transactions of the Royal Society of London, 275, 483–524.

    Article  PubMed  CAS  Google Scholar 

  • Mcintosh, R.D., Dijkerman, H.C., Mon-Williams, M. & Milner, A.D. (2004). Grasping what is graspable: Evidence from visual form agnosia. CORTEX, 40, 695–702.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • McNiff, S. (1979). From shamanism to art therapy. Art Psychotherapy, 6(3).

    Google Scholar 

  • McNiff, S. (1981). The arts and psychotherapy. Springfield, IL: Charles C. Thomas.

    Google Scholar 

  • McNiff, S. (1988). Fundamentals of art therapy. Springfield, IL: Charles C. Thomas.

    Google Scholar 

  • McNiff, S. (1991). The Arts in Psychotherapy, Springfield, IL: Charles C. Thomas.

    Google Scholar 

  • McNiff, S. (1992). Art as medicine: Creating a therapy of the imagination. Boston: Shambhala.

    Google Scholar 

  • Mei, J. van der & Verbeek, B. (1978). Bij luijze van werken (Intern document). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Mell, J. C., Howard, S. M. & Miller, B. L. (2003). Art and the brain: The influence of frontotemporal dementia on an accomplished artist. Neurology, 60, 1707–1710.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Merleau Ponty, M. (1945). Phenomenologie de la Perception. Parijs: Gallimard.

    Google Scholar 

  • Merleau Ponty, M. (1964). Le visible et l’invisible. Paris: Gallimard.

    Google Scholar 

  • Middeloonummer (1972). Uitgave bij 25 jaar Middeloo. Documentatiebladen Nederlandse Vereniging voor Creatieve en Expressing Therapie en Stichting Muziektherapie, 8–3.

    Google Scholar 

  • Milner, A. D. & Goodale, M. A. (1993). Visual pathways to perception and action. In T. P. Hicks, S. Molotchnikoff& T. Ono (eds.), Progress in Brain Research, 95, 317–337.

    Google Scholar 

  • Milner, A. D. & Goodale, M. A. (1995). The visual brain in action. Oxford: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Milner, A. D. & Goodale, M. A. (2006). The visual brain in action. (2nd ed.). Oxford: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Mooij, A. (2002). Psychoanalytisch gedachtegoed. Amsterdam: Boom.

    Google Scholar 

  • Muijen, H. (2001). Metqfoor tussen magic en methode. Kampen: Agora.

    Google Scholar 

  • Naumberg, M. (1948). Studies of ’free’ art expression of behaviour problem children and adolescents as a means of diagnosis and therapy. International Journal of Psycho-analysis, 29, 69.

    Google Scholar 

  • Naumberg, M. (1950). Schizophrenic art: its meaning in psychotherapy. New York: Grune & Stratton.

    Google Scholar 

  • Naumberg, M. (1953). Psychoneurotic Art. New York: Grune & Stratton.

    Google Scholar 

  • Naumberg, M. (1966). Dynamically oriented arttherapy. New York: Grune & Stratton.

    Google Scholar 

  • Nederlandse Vereniging Beeldend Therapeuten (n.d.). Beleidsplan Nederlandse Ver eniging Beeldend Therapeuten 2006–2008. Utrecht: Auteur.

    Google Scholar 

  • Perls, F. (1973). Gestalttherapie verbatim (Stevens, J., Trans.). Den Haag: Bert Bakker (oorspronkelijk werk gepubliceerd in 1977).

    Google Scholar 

  • Peursen, C. van (1970). Strategic van de cultuur. Amsterdam: Elsevier.

    Google Scholar 

  • Pizzagalli, D., Shackman, A. J. & Davidson, R. J. (2003). The functional neuroimaging in human emotion: Asymmetrical contributions of cortical and subcortical circuitry. In K. Hughdahl & R. J. Davidson (eds.), The Asymmmetrical Brain (pp. 511–532). Cambridge, MA: MIT Press.

    Google Scholar 

  • Redl, F. & Wineman, D. (1970). De behandeling van het agressieue kind (P. J. Miessen, Trans.). Utrecht: Bijleveld (oorspronkelijk werk gepubliceerd in 1952).

    Google Scholar 

  • Redl, F. & Wineman, D. (1987). Kinderen die haten (P. J. Miessen, Trans.). Utrecht: Bijleveld (oorspronkelijk werk gepubliceerd in 1951).

    Google Scholar 

  • Revonsuo, A. & Newman, J. (1999). Binding and consciousness. Consciousness and Cognition, 8, 123–127.

    Article  PubMed  CAS  Google Scholar 

  • Rogers, C. (1951). Client centered therapy. Boston: Hougton Mifflin.

    Google Scholar 

  • Rogers, C. (1977). On becoming a person. Londen: Constable.

    Google Scholar 

  • Rosmalen, J. van (1999). Het woord aan de uerbeelding. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

    Google Scholar 

  • Rutten-Saris, M. (1990). Basisboek Iichaamstaal. Assen: Koninklijke Van Gorcum. www.EBLcentre.com

  • Sacks, O. (1995). The case of the color blind painter. An Anthroplogist On Mars (pp. 3–41). New York: Alfred A. Knopf.

    Google Scholar 

  • Sala, S. Delia (1999). Mind myths: Exploring popular assumptions about the mind and brain. New York: Wiley.

    Google Scholar 

  • Schouten, K. (2001). Geschiedenis en ontiuikkeling van de creatieue therapie (Gastcollege Creatieve Therapie). Amersfoort: Hogeschool van Utrecht.

    Google Scholar 

  • Schweizer, C. (red.). (2001). In beeld. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.

    Google Scholar 

  • Sitskorn, M. (2006). Het maakbare brein. Amsterdam: Bert Bakker.

    Google Scholar 

  • Sitskorn, M. (2008). De passies van het brein. Amsterdam: Bert Bakker.

    Google Scholar 

  • Sitskorn, M. (2008). Lang leve de hersenen. Amsterdam: Bert Bakker.

    Google Scholar 

  • Smeijsters H. (2008a). De kunsten van het Ieuen, hoe kunst bijdraagt aan een emotioneel gezond leven. Diemen: Veen.

    Google Scholar 

  • Smeijsters, H. (2007). Emotion focuses (Lezing Vaktherapieen Lectoraat KenVak). Heerlen: Hogeschool Zuyd.

    Google Scholar 

  • Smeijsters, H. (2008). Handboek Creatieve Therapie (3e ed.). Bussum: Coutinho.

    Google Scholar 

  • Smeijsters, H. (n.d.) De muziek van het gevoel (Lezing Lectoraat KenVak). Heerlen: Hogeschool Zuyd.

    Google Scholar 

  • Smitskamp, H. & Te Velde, J. (1988). Het kreatief proces, atoepassingen in therapie en onderiuijs. Culemborg: Phaedon.

    Google Scholar 

  • Smitskamp, H. (1977). Onderzoek kreatieve procestheorie, tivee veldboeketten (Intern document). Amersfoort/Amsterdam: SPO Middeloo/Orthopedagogisch instituut Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Smitskamp, H. (1981). Methodologische wederwaardigheden bij onderzoek naar muziektherapie. Documentatiebladen van de Vereniging voor Kreatieve Therapie, 5.

    Google Scholar 

  • Smitskamp, H. (1981). Veruwringen en ontdekkingen, onderzoek naar de kreatief procestheorie (Intern document). Amersfoort/Amsterdam: SPO Middeloo / Orthopedagogisch instituut Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Stern, D. (2000). The interpersonal world of the infant. A view from psychoanalysis and development psychology. New York: Basis Books.

    Google Scholar 

  • Stern, D. (2004). The present moment in psychotherapy and everyday life. New York: Norton.

    Google Scholar 

  • Vaessen, (1957). Creatieve diagnostiek en therapie. Voordrachtenreeks van de Nederlandse psychiaters in dienstverband.

    Google Scholar 

  • Vaessen, M. L. J. (1955). Een afdeling creatieve therapie in het kader van de psycho-therapie in de psychiatrische inrichting. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 11, 133–142.

    Google Scholar 

  • Vermeer, E. (1955). Spel en spelpedagogische problemen. Utrecht: Bijleveld. http://Image-narymuseum.org

  • Vermeer, E. A. A. (1959). Het spel van het kind. In L. van Gelder & E. A. A. Vermeer (eds.). Informatie over opvoeding en onderiuijs. Groningen: Wolters Noordhoff.

    Google Scholar 

  • Verstegen, I. (2005). Arnhem, Gestalt and Art, a psychological theorie. Wenen: Springer.

    Google Scholar 

  • Visser, H. (1986).Kunst als opvoedingsideaal. Historisch pedagogisch onderzoek in het kader van doctoraalstudie orthopedagogiek. Eigen beheer.

    Google Scholar 

  • Weiskrantz, L. (1986). BHndsight: A case study and its implications. Oxford: Oxford University Press.

    Google Scholar 

  • Wertheim-Cahen, T. (2003). Een brug tussen intuïtie en cognitie; veertig jaar creatieve therapie in de Nederlandse GGZ. Maandblad Geestelijke volksgezondheid, 58, 666–682.

    Google Scholar 

  • Wijze, J. e.a. (1977). Een droogboeket (Intern document). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

    Google Scholar 

  • Wils, L. Expressie en creativiteit, wijsgerige notifies. In L. Wils (red.). (1973). Bij wijze van Spelen, creatieve processen bij vorming en hulpverlening. Alphen aan den Rijn: Samsom.

    Google Scholar 

  • Wright, C. L., Dickerson, B. C., Feckzo, E., Negeira, A. & Williams, D. (2007). A functional magnetic resonance imaging study of amygdala responses to human faces in aging and mild Alzheimer’s Disease. Biological Psychiatry, 62, 1388–1395.

    Article  PubMed  Google Scholar 

  • Yalom, I. (1983). Inpatient group psychotherapy. New York: Basic Books.

    Google Scholar 

Download references

Authors

Copyright information

© 2009 Bohn Stafleu van Loghum

About this chapter

Cite this chapter

Schweizer, C., de Bruyn, J., Haeyen, S., Henskens, B., Visser, H., Rutten-Saris, M. (2009). Beeldende therapie. In: Handboek beeldende therapie. Methodisch Werken. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7348-2_2

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7348-2_2

  • Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten

  • Print ISBN: 978-90-313-5253-1

  • Online ISBN: 978-90-313-7348-2

  • eBook Packages: Dutch language eBook collection

Publish with us

Policies and ethics