Abstract
Bij het individueel werken met kinderen biedt zieh al vanaf het eerste contact een waaier van mogelijkheden aan: zal er gepraat worden of zal er gespeeld worden? Wie mag dat bepalen? Hoelang zullen we praten, hoelang zullen we spelen? Waarover zullen we praten of wat zullen we spelen? Welk soort spel zullen we spelen? Spelen we een bestaand spel, maak ik als therapeut vooraf een spel, verzint het kind een spel? Zal ik als therapeut deelnemen aan het spel of niet? yoet ik de sessie helemaal voorbereid hebben of volstaat een aantal rode draden in mijn achterhoofd? Heel veel vragen, mogelijkheden waaruit men kiest, bij elk contact, telkens weer.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 2005 Bohn Stafleu van Loghum, Houten
About this chapter
Cite this chapter
van Daele, M. (2005). Speelse therapie. In: Reijmers, E., Cottijn, L., Faes, M. (eds) Spelen met werkelijkheden. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-7149-5_3
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-7149-5_3
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4577-9
Online ISBN: 978-90-313-7149-5
eBook Packages: Dutch language eBook collection