In Nederland worden de meeste gevallen van anafylaxie door insectengif veroorzaakt door steken van de angeldragende vliesvleugeligen (Hymenoptera): frequent door de honingbij (Apis mellifera) en de wesp (Vespula germanica) en zeldzamer door de hoornaar (Vespa crabo) en de hommel (Bombus terrestis). De prevalentie van een allergische reactie op een insectensteek wordt in de westerse wereld geschat op 2-19% voor wat betreft de forse lokale zwelling op de insteekplaats en op 0,8-5% voor wat betreft de algemene anafylactische reacties.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Author information
Authors and Affiliations
Editor information
Editors and Affiliations
Copyright information
© 2009 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
de Groot, H. (2009). Insectenallergie. In: Van Wijk, R.G., Vaessen, M.H.J. (eds) Het allergie formularium. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6902-7_13
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6902-7_13
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5341-5
Online ISBN: 978-90-313-6902-7
eBook Packages: Dutch language eBook collection