Access this chapter
Tax calculation will be finalised at checkout
Purchases are for personal use only
Notes
- 1.
Hier wordt eigenlijk het nut van piekeren, ofwel een positieve metacognitie, besproken.
- 2.
Bij gedragsexperimenten worden altijd zowel een alternatieve opvatting als de uitkomsten die pleiten voor een van beide te onderzoeken opvattingen beschreven, voordat het experiment uitgevoerd wordt; zie bij voorbeeld Ten Broeke e.a. (2008).
- 3.
Bijna alle cliënten durven een dergelijk experiment in dit stadium van de behandeling te doen. Door de piekergedachteschema’s is er al twijfel gezaaid over de juistheid van hun negatieve metacognities. Deze wordt nog eens versterkt door op het formulier gedragsexperimenten een alternatieve opvatting te formuleren en ook van tevoren al uitkomsten te bedenken, die laten zie dat deze alternatieve opvatting klopt. Wat ook een rol zou kunnen spelen, is dat cliënten wellicht het idee hebben dat de therapeut dit experiment niet zou laten doen als het echt gevaarlijk was.
Rights and permissions
Copyright information
© 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
van der Heiden, C. (2009). Sessie 7. In: Metacognitieve therapie bij gegeneraliseerde angst. Protocollen voor de GGZ. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6634-7_7
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6634-7_7
Published:
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5311-8
Online ISBN: 978-90-313-6634-7
eBook Packages: Dutch language eBook collection