De vraag naar gezondheidszorg is sterk toegenomen. Gezondheid is voor velen de belangrijkste waarde in het leven. Van de medicus wordt een oplossing verwacht voor velerlei aandoeningen, gebreken en tegenslagen die het menselijk bestaan treffen. Tegelijkertijd is door wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen het aanbod van voorzieningen gegroeid. De wisselwerking tussen verwachtingen en mogelijkheden vergroot voortdurend het terrein van de zorg. Daarmee treedt een enorme kostengroei op, die problemen geeft. Worden mensen op deze manier niet te zeer afhankelijk van gezondheidszorg? Krijgt de arts bovendien niet allerlei problemen voorgelegd waarvoor hij niet deskundig is? Deze vragen geven aanleiding tot een ethische discussie over de doelen van gezondheidszorg.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Noten en literatuur
Zie voor de discussie over groeihormoon: J. Lantos, M. Siegler en L. Cuttler: ‘Ethical issues in growth hormone therapy’. JAMA 1989; 261: 1020–1024; D.S. Diekema: ‘Is taller really better? Growth hormone therapy in short children’. Perspectives in Biology and Medicine 1990; 34: 109–123; H. ten Have en G. Stoelinga: ‘Groeihormoon en een te klein budget’. IGE Bulletin 1991; 5(2): 3-4, 11; C.A. Tauer: ‘Human growth hormone. A case study in treatment priorities’. Hastings Center Report 1995; 25(3): S18-20; M. Verweij en F. Kortmann: ‘Moral assessment of growth hormone therapy for children with idiopathic short stature’. Journal of Medical Ethics 1997; 23: 305–309. Een overzicht van de stand van zaken bij Turner-patiënten geeft A.C.S. Hokken- Koelega: ‘Indicatie groeihormoonbehandeling bij het syndroom van Turner: verleden, heden en toekomst’. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde 2002; 70: 101–105.
K. Zola: De medische macht. De invloed van de gezondheidszorg op de maatschappij. Boom, Meppel, 1973.
I. Illich: Grenzen aan de geneeskunde. Het Wereldvenster, Baarn, 1978.
H. Achterhuis: De markt van welzijn en geluk. Ambo, Baarn, 1980.
Zie onder meer: D.A.A. Mossel e.a.: Gezondheid: wiens verantwoordelijkheid? Ambo, Baarn, 1987; J. Rolies (red.): De gezonde burger. Gezondheid als norm. SUN, Nijmegen, 1988.
Sociaal en Cultureel Planbureau: Sociale en Culturele Verkenningen 1997. VUGA Uitgeverij, Den Haag, 1997.
Ibidem, p. 153–154
J. Branckaerts: ‘Medicalisering: kanttekeningen bij een discussie’. Gezondheid & Samenleving 1982; 3: 196–203; R. Crawford: ‘Healthism and the medicalization of everyday life’. International Journal of Health Services 1980; 10: 365–388.
Op deze paradox wordt gewezen door H. Philipsen: Gezondheidszorg als project en bejegening. Rijksuniversiteit Limburg, Maastricht, 1988.
Nationale Raad voor de Volksgezondheid: Advies Grenzen van de zorg. Zoetermeer, 1986; Tweede Kamer der Staten-Generaal: Grenzen van de zorg. Regeringsstandpunt. Vergaderjaar 1987-1988, 20620, nrs. 1–2.
Special Supplement: ‘The goals of medicine. Setting new priorities’, Hastings Center Report 1996; 26(6): S1–27.
H.M. Kuitert: Mag alles wat kan? Ethiek en medisch handelen. Ten Have, Baarn, 1989.
Zie over geslachtskeuze: D. Wertz en J.C. Fletcher: ‘Fatal knowledge? Prenatal diagnosis and sex selection’. Hastings Center Report 1989; 19(3): 21–27; Gezondheidsraad: Geslachtskeuze om nietmedische redenen. Den Haag, juni 1995; Rathenau Instituut: Bericht aan het Parlement, maart 1996.
Zie H. ten Have: ‘Gezondheid en haar wetenschappen’. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1987; 131(29): 1274–1278; H. ten Have: ‘Gezondheid in filosofisch perspectief. Filosofie & Praktijk 1987; 8(3): 113–127; H. ten Have: ‘Gezondheid tussen beschrijving en waardering’. In: J. Rolies (red.): De gezonde burger. Gezondheid als norm. SUN, Nijmegen, 1988: p. 107–123.
In de Engelse taal zou ‘health’ afgeleid zijn van het Oud-Engelse ‘hal’, dat ‘geheel’ betekent. Van dezelfde stam zijn ‘health’, ‘to heal’, ‘hail’, ‘holy’, ‘whole’ en ‘well’ afgeleid. Ook de Griekse termen voor gezondheid (saos, soos) en redder (soter) zijn afgeleid van een werkwoord dat oorspronkelijk ‘heel-maken’, ‘ongedeerd behouden’ betekent. In het Latijn vinden we dezelfde relatie: salus duidt gezondheid aan, maar ook heil, welzijn, redden; het is verwant met het adjectivum salvus: ongedeerd, ongeschonden, behouden. In onze taal zou ‘gezondheid’ mogelijk afstammen van de Oud-Germaanse termen ‘sant’ (zijnde) en ‘sunya’ (waarheid).
J.M.H. op ‘t Root: ‘Als je leven zoekt’. Gezondheid en genezen in antropologisch perspektief: Joodse traditie als levensoriïntatie. Proefschrift, Rijksuniversiteit Limburg, 1984.
J.P. Kuiper: Het zal onze zorg zijn. Van Gorcum, Assen/Amsterdam, 1975: p. 13.
Voor een overzicht van deze definities zie: H. ten Have: ‘Gezondheid in filosofisch perspectief. Filosofie & Praktijk 1987; 8(3): 113–127.
De bekende medisch socioloog Parsons definieert gezondheid als ‘the state of optimum capacity of an individual for the effective performance of the roles and tasks for which he has been socialized’; zie: T. Parsons: ‘Definitions of health and illness in the light of American values and social structures’. In: A.L. Caplan, H.T. Engelhardt en J.J. McCartney (eds.): Concepts of health and disease. Interdisciplinary perspectives. Addison-Wesley Publ. Comp., London, 1981: p. 57–81.
Zie onder meer G.K von Wright: The varieties of goodness. Routledge & Kegan Paul, London, 1963; L.R. Kass: Toward a more natural science. Biology and human affairs. Free Press, New York, 1985.
C. Boorse: ‘On the distinction between disease and illness’. Philosophy and Public Affairs 1975; 5: 49–68; C. Boorse: ‘Health as a theoretical concept’. Philosophy of Science 1977; 44: 542–573.
C. Whitbeck: ‘A theory of health’. In: A.L. Caplan, H.T. Engelhardt en J.J. McCartney (eds.): O.c. (noot 19): p. 611–626; I. Pörn: ‘An equilibrium model of health’. In: L. Nordenfelt en B.I.B. Lindahl (eds.): Health, disease and causal explanations in medicine. Reidel, Dordrecht, 1984: p. 3–9.
C. Whitbeck: ‘A theory of health’. In: A.L. Caplan, H.T. Engelhardt en J.J. McCartney (eds.): O.c. (noot 19): p. 620.
I. Pörn: ‘An equilibrium model of health’. In: L. Nordenfelt en B.I.B. Lindahl (eds.): Health, disease and causal explanations in medicine. Reidel, Dordrecht, 1984: p. 5.
D. Callahan: What kind of life. The limits of medical progress. Simon & Schuster, New York, 1990.
D. Callahan: O.c. (noot 25): p. 110, 113, 256.
R.J.M. Jeurissen: ‘De gemeenschapsgerichte benadering in het christelijk-sociaal denken’. In: M.A.M. Pijnenburg (red.): Solidariteit volgens Dunning: Gemeenschap of gemeenplaats? Katholieke Vereniging van Zorginstellingen, Utrecht, 1993: p. 19–35.
T. van Willigenburg e.a.: ‘Wat is noodzakelijke zorg? De biografische benadering’. Medisch Contact 1992; 47: p. 909–912; T. van Willigenburg: ‘Communitarian illusions; Or why the Dutch proposal for setting priorities in health care must fail’. Health Care Analysis 1993; 1: 49–52.
W. Dekkers: ‘Technologie en de doelstellingen van de geneeskunde’. Filosofie ∆ Praktijk 1994; 15(1): 31–42.
H. ten Have en G. Kimsma: Geneeskunde tussen droom en drama. Kok Agora, Kampen, 1987.
Zie onder meer E. Parens (ed.): Enhancing human traits. Ethical and social implications. Georgetown University Press, Washington D.C., 1998; Gezondheidsraad: De toekomst van ons zelf. Gezondheidsraad, Den Haag, 2002.
Ter verdere lezing
I. de Beaufort: ‘Sic transit gloria mundi? Over uiterlijk, ouder worden en facelifts’. Filosofie & Praktijk 2001; 22: 6–19.
D. Callahan: What kind of life. The limits of medical progress. Simon & Schuster, New York, 1990.
E.J. Cassell: The nature of suffering and the goals of medicine. Oxford University Press, New York/Oxford, l99l.
R. Dorrestein e.a.: Mens in uitvoering. Het lichaam als bouwpakket. Uitgeverij Maarten Muntinga, Amsterdam, 2002.
E. van Gelder en R. ter Meulen: Doelen van de gezondheidszorg. Een einde aan vanzelfsprekendheden. Instituut voor Gezondheidsethiek, Maastricht, 1994.
An International Project of the Hastings Center: ‘The goals of medicine. Setting new priorities. Special Supplement’. Hastings Center Report 1996; 26(6): S1–27.
L. Nordenfelt: On the nature of health. An action-theoretic approach. Kluwer Academic Pulishers, Dordrecht/Boston/London, 1995 (2e herziene druk).
J. Rolies (red.): De gezonde burger. Gezondheid als norm. SUN, Nijmegen, 1988.
Copyright information
© 2006 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
ten Have, H.A.M.J., ter Meulen, R.H.J., van Leeuwen, E. (2006). Doelen van gezondheidszorg. In: Medische ethiek.. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_5
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_5
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4029-3
Online ISBN: 978-90-313-6520-3
eBook Packages: Dutch language eBook collection