Kenmerkend voor de hedendaagse medische ethiek is de nadruk op de autonomie van de patiƫnt. Medisch handelen is vanuit ethisch perspectief pas goed wanneer het berust op respect voor die autonomie. In dit hoofdstuk wordt de aandacht gericht op deze betrekkelijk nieuwe traditie in de medische ethiek die uitgaat van de autonomie van het individu als fundamentele waarde.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Noten en literatuur
Zie bijvoorbeeld H. Dupuis: Wel of niet behandelen? Baat het niet dan schaadt het wel. Ambo, Baarn, 1994.
A.W. Musschenga: Kwaliteit van leven. Criterium voor medisch handelen. Ambo, Baarn, 1987: p. 43.
I. Berlin: Twee opvattingen van vrijheid. Boom, Amsterdam/Meppel, 1996.
Zie voor een beschrijving van de periode van de Verlichting: N. Hampson: The Enlightenment. Penguin Books, Harmondsworth, 1981.
I. Kant: Wat is Verlichting? Kok Agora, Kampen, 1992 (2e druk): p. 59.
I. Kant: Grondslagen van de ethiek. Boom, Meppel/Amsterdam, 1978.
J.S. Mill: Over vrijheid. Boom, Meppel/Amsterdam, 1978.
Ibidem, p. 117.
I. Berlin: Twee opvattingen van vrijheid. Boom, Amsterdam/Meppel, 1996.
G. Dworkin: The theory and practice of autonomy. Cambridge University Press, Cambridge (Mass.), 1988.
J-P. Sartre: Over het existentialisme. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht/Antwerpen, 1980 (oorspronkelijke titel: Lāexistentialisme est un humanisme).
K. Struyker Boudier: Zelfverwerkelijking. Vraagtekens bij enkele moderne idolen. Ambo, Baarn, 1979.
A. Musschenga, O.c. (noot 2): p. 116.
R.H.J. ter Meulen en R.L.P. Berghmans: āEthiek in de zorg voor ouderenā. In: Handboek Ouder Worden. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 1996.
G. Dworkin: āPaternalismā. In: R. Wasserstrom (ed.): Morality and the law. Wadsworth, Belmond, 1971: 107ā126.
P.T. Hershey: āA definition for paternalismā. Journal of Medicine and Philosophy 1985; 10: 171ā182.
J.S. Mill: O.c. (noot 7): p. 117.
F.J. Ingelfinger: āArrogantieā. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1982; 126: 41ā45.
Gezondheidsrecht wordt door Leenen omschreven als āhet geheel van rechtsregels dat rechtstreeks betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van overig burgerlijk, administratief en strafrecht in dat verbandā. H.J.J. Leenen: Handboek Gezondheidsrecht. Deel 1: Rechten van mensen in de gezondheidszorg. Samson HD Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn, 2000 (vierde druk): p. 19.
H.J.J. Leenen: O.c. (noot 19).
G. Agich: Autonomy and long-term care. Oxford University Press, New York, 1993: p. 22.
J. Legemaate: Goed recht. De betekenis en de gevolgen van het recht voor de praktijk van de hulpverlening. Praeadvies uitgebracht ten behoeve van de jaarvergadering van de Vereniging voor Gezondheidsrecht op 22 april 1994, Maarssen, 1994.
Deze wet staat bekend als de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Voor een bespreking zie: H.J.J. Leenen: O.c. (noot 19): p. 280ā301.
Onder andere door F.A.M. Kortmann: āDe toepassing van de Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen; balans tussen respect voor autonomie en handelen om bestwilā. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1997; 141: 1686ā1693.
R.L.P. Berghmans en G.A.M. Widdershoven: āDwang en drang in de psychiatrie: Ethische kanttekeningen bij een maatschappelijke discussieā. In: T.I. Oei en H.S. Groenhuijsen (red.): Forensische psychiatrie anno 2000. Actuele ontwikkelingen in breed perspectief. Gouda Quint, Deventer, 2000: p. 77ā93.
R. Berghmans: Om Bestwil, paternalisme in de psychiatrie, een ethische studie. Amsterdam, Thesis Publishers, 1992.
RVZ, Beter af (z)onder dwang, 1997.
G. Agich: O.c. (noot 21): p. 8.
H. Manschot: Levenskunst of lijfsbehoud ? Een humanistische kritiek op het beginsel van autonomie in de gezondheidszorg. Inaugurele Rede Universiteit voor Humanistiek, Utrecht, 1992: p. 12.
J. Larrain: The Concept of Ideology. London, 1979.
A. de Swaan: āUitgaansbeperking en uitgaansangst. Over de verschuiving van bevelshuishouding naar onderhandelingshuishoudingā. De Gids 1979; 140(8): 483ā509.
N. Elias: Sociologie en geschiedenis en andere essays. Amsterdam, 1971.
N. Elias: Het civilisatieproces. Sociogenetische en psychogenetische onderzoekingen. Utrecht, 1987.
N. Elias: O.c. (noot 31): p. 59ā122.
Ibidem, p. 113.
Ibidem, p. 115.
R.H.J. ter Meulen: āEen individuele substantie met een rationele natuur. Wijsgerige en maatschappelijke achtergronden van het persoonsbegrip en de gezondheidsethiekā. In: M.A.M. de Wachter (red.): Persona. Het persoonsbegrip in de bioethiek. Instituut voor Gezondheidsethiek, Maastricht, 1994: p. 22ā60.
R. Macklin: āPersonhood in the Bioethics Literatureā. Milbank Memorial Fund Quarterly/Health and Society 1983; 61 (1): 35ā57.
M. Sandel, geciteerd door M. Bovens: āMichael Sandel: Geen individu zonder gemeenschapā. In: B. van den Kling, P. van Seters en W. Witteveen: Gedeelde normen? Gemeenschapsdenken en het recht. Tjeenk Willink, Zwolle, l993: p. 15ā26. Citaat op p. 19.
J. Jansz: Persons, self and moral demands. Individualism contested by collectivism. DSWO Press, Leiden, 199l.
G. Agich: O.c. (noot 21), p. 76 e.v.
R.H.J. ter Meulen: Ziel en Zaligheid. De receptie van de psychologie en van de psychoanalyse onder de katholieken in Nederland 1900-1965. Ambo, Baarn/Nijmegen, 1988.
P. Sporken: Ethiek en gezondheidszorg. Ambo, Baarn, 1977: p. 100.
R.H.J. ter Meulen: Verschraalde zorg. Over autonomie, identiteit en zingeving in de zorg voor hulpbehoevende ouderen. Inaugurale rede Rijksuniversiteit Limburg. Radboudstichting, Vught, 1994.
C.A. van Peursen: Na het postmodernisme. Van metafysica tot filosofisch surrealisme. Kok, Kampen, 1994.
H.T. Engelhardt Jr.: The Foundations of Bioethics. Oxford University Press, New York/Oxford, 1996 (2de herziene druk).
Ch. Taylor: De malaise van de moderniteit. Kok, Kampen, 1994; S.E. Cuypers en W. Lemmens (red.): Charles Taylor. Een mozaĆÆek van zijn denken. Pelckmans/Kok Agora, Kapellen/Kampen, 1997.
Ch. Taylor: Sources of the Self The Making of Modern Identity. Cambridge University Press, Cambridge, 1989: p. 34ā37.
Ter verdere lezing
G. Agich: Autonomy and long-term care. Oxford University Press, New York, 1993.
G. Dworkin: The theory and practice of autonomy. Cambridge University Press, Cambridge (Mass.), 1988.
H.T. Engelhardt: The Foundations of bioethics. Oxford University Press, New York/Oxford, 1996 (2e herziene druk).
Ch. Taylor: De malaise van de moderniteit. Kok, Kampen, 1994.
G. Widdershoven: Ethiek in de kliniek. Boom, Meppel/Amsterdam, 1999.
Copyright information
Ā© 2006 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
ten Have, H.A.M.J., ter Meulen, R.H.J., van Leeuwen, E. (2006). Verlichtingstraditie: respect voor autonomie. In: Medische ethiek.. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_4
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6520-3_4
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-4029-3
Online ISBN: 978-90-313-6520-3
eBook Packages: Dutch language eBook collection