Arbeidstijden en arbeidscontracten zijn lange tijd nauwelijks een punt van discussie ge-weest in de gezondheidszorg. Arbeidstijden werden bepaald door de zorgvraag en daaraan dienden de werknemers zich tot op zekere hoogte aan te passen. Bat impliceerde enerzijds voor veel medewerkers zeer onregelmatige werktijden, maar anderzijds een arbeidscon-tract met een grote mate van zekerheid. Florence Nightingale hoefde zich geen zorgen te maken over haar toekomst, maar werd wel geacht altijd klaar te staan voor de patient. In dit beeld is vanaf de jaren tachtig veel veranderinggekomen (Van Dijk, 1991). Daarvoor zijn verscheidene factoren bepalend geweest. Zo kreeg de personele functie in dit decen-nium eindelijk gestalte in deze sector. Ook kreeg de gezondheidszorg in die jaren te ma-ken met ingrijpende bezuinigingen waardoor de noodzaak ontstond om zeer kritisch alle kostenposten tegen het licht te houden. Ten slotte deden zich belangrijke ontwikkelingen voor op de arbeidsmarkt die ook de zorgsector niet ongemoeid lieten (Van Dijk, 1992). Daarmee kwamen thema’s als deeltijdarbeid, roosters, onregelmatigheidstoeslagen, ar-beidspools en uitbesteding onder de aandacht van het management en op de agenda van het arbeidsvoorwaardenoverleg.
Preview
Unable to display preview. Download preview PDF.
Literatuur
cbs (1995). Enquête Beroepsbevolking 1995. Den Haag: cbs.
Delsen, L. (1995). Atypical employment, an international perspective, causes, consequences and policy. Groningen: Wolters Noordhoff.
Delsen, L. (1996). De boemerang van de flexibiliteit. Gids voor Personeelsmanagement, 75, 4, 10–14.
Dijk, J.K. van (1992). Personeelsvraagstukken in de gezondheidszorg. In: J.K. van Dijk, J.E. Grunveld en J. Pool (red). Personeelsmanagement in de gezondheidszorg. Theorie en praktijk. Houten/Zaventem: Bohn Staflen Van Loghum.
Dijk, J.K. van (1997). Maatschappelijk ondernemen en zorgverleners: Een ‘pas de deux’. (Oratie.) Rotterdam: eur/Utrecht: nzi.
Friedman, A. (1977). Industry and labour, class struggle at work and monopoly capitalism. London.
Haan, E. de, Vos, P. en Jong, P. de (1994). Flexibiliteit van de arbeid. Amsterdam.
Jonge, J. de en Geurts, S. (1997). Gevolgen van de flexibilisering van arbeid. Gedrag en Organisatie, 10, 4, 195–211.
Lange, W. de (1989). Configuratie van arbeid, vormgeven aan arbeidstijden, bedrijfstijden en arbeidstijdpatronen. Zutphen.
Linden, B. van der en Dam, Y. van (1997). Home care. In: A. Schrijvers (red). Health and health care in the Netherlands. Utrecht: NcGv.
Mok, A. (1987). Autonomie en professionele arbeid. In: M. Akkermans, H. Doorewaard en P. Huijgen (red). Autonomie als arbeidssociologisch vraagstuk. Zeist: Kerckebosch.
Ouchi W. (1979). A concept framework for design of organizational control mechanisms. In: Management Science, 25, 9.
Schilfgaarde, P. van en Cornelissen, W. (1988). De flexibele onderneming. Assen/Maastricht: Van Gorcum.
Teriet B. (1982). Flexibele Arbeitszeitverteilung - Zeitsouveränität und Zeitökonomie. In: H. Heymann, C. Seiwert (zed.) Job-sharing flexibele Arbeitszeit durch Arbeitsplatzteilung. Grafenau
Editor information
Copyright information
© 1999 Bohn Stafleu van Loghum
About this chapter
Cite this chapter
de Lange Willem, A.M. (1999). Flexibilisering van arbeid en organisatie in de gezondheidszorg. In: Pool, J., van Dijk, J.K. (eds) Bouwstenen voor personeelsmanagement in de zorg, deel 3. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6507-4_2
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6507-4_2
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-2961-8
Online ISBN: 978-90-313-6507-4
eBook Packages: Dutch language eBook collection