Skip to main content

Once in a life time: de ziekte van Cushing

  • Chapter
Een bedrieglijke bijbal

Part of the book series: Huisarts en Wetenschap ((HEW))

  • 184 Accesses

Samenvatting

Overproductie van bijnierschorshormoon door een centrale oorzaak leidt tot een bonte verzameling klinische verschijnselen. Hieraan is de naam verbonden van de Amerikaanse hersenchirurg Harvey Cushing. Deze beschreef de ziekte van Cushing in het begin van de vorige eeuw. De ziekte van Cushing moet onderscheiden worden van het syndroom van Cushing dat het klinische syndroom behelst, ongeacht de oorzaak. Behalve door de ziekte van Cushing kan het syndroom van Cushing worden veroorzaakt door tumoren van de bijnierschors of door exogene toediening van corticosteroïden. De ziekte van Cushing is voor de huisarts een witte raaf binnen het brede aanbod aan kleine kwalen en alledaagse ziekten.

Eerder verschenen in Huisarts Wet 2004;47(10):468-71.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this chapter

Institutional subscriptions

Literatuur

  1. Beijer T, Apeldoorn CGL. Woordenboek van medische eponiemen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum, 1996.

    Google Scholar 

  2. Cushing H. Medical Classic. The functions of the pituitary body: Harvey Cushing. Am J Med Sci 1981;281:70-8.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

  3. Jongh TOH de, Ruijven AGH van. Waarom sluiten NHG-standaarden onvoldoende aan bij de diagnostiek van de huisarts? Diagnostiek op basis van kennis en ervaring. Huisarts Wet 2000;43:340-2.

    Google Scholar 

  4. Boscaro M, Barzon L, Fallo F, Sonino N. Cushing’s syndrome. Lancet 2001;357:783-91.

    Article  CAS  Google Scholar 

  5. Commissie Aanvullende Diagnostiek van het College voor zorgverzekeringen. Diagnostisch Kompas. Amstelveen: College voor zorgverzekeringen, 2003.

    Google Scholar 

  6. Levy A, Lightman SL. Diagnosis and management of pituitary tumours. BMJ 1994;308:1087-91.

    Article  CAS  PubMed Central  PubMed  Google Scholar 

  7. Newell-Price J, Grossman A. Diagnosis and management of Cushing’s syndrome. Lancet 1999;353:2087-8.

    Article  CAS  Google Scholar 

  8. Hurel SJ, Kendall-Taylor P, Baylis PH. Pituitary tumours. BMJ 1994;309:130.

    Article  Google Scholar 

  9. Aken MO van, Singh R, Berge JH van den, Tanghe HL, Pieterman H, Herder WW de. Ziekte van Cushing: succesvollere chirurgie door verbeterde preoperatieve tumorlokalisatie. Ned Tijdschr Geneeskd 1996;140:1455-9.

    PubMed  Google Scholar 

  10. Lindholm J, Juul S, Jorgensen JO, Astrup J, Bjerre P, Feldt-Rasmussen U, et al. Incidence and late prognosis of cushing’s syndrome: a population-based study. J Clin Endocrinol Metab 2001;86:117-23.

    CAS  PubMed  Google Scholar 

  11. Pikkarainen L, Sane T, Reunanen A. The survival and well-being of patients treated for Cushing’s syndrome. J Intern Med 1999;245:463-8.

    Article  CAS  PubMed  Google Scholar 

Download references

Authors

Editor information

Editors and Affiliations

Copyright information

© 2007 Bohn Stafleu van Loghum

About this chapter

Cite this chapter

Schers, H. (2007). Once in a life time: de ziekte van Cushing. In: van Essen, G.A. (eds) Een bedrieglijke bijbal. Huisarts en Wetenschap. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6369-8_6

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6369-8_6

  • Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten

  • Print ISBN: 978-90-313-5156-5

  • Online ISBN: 978-90-313-6369-8

  • eBook Packages: Dutch language eBook collection

Publish with us

Policies and ethics