Samenvatting
De cliënt/zorgvrager moet zoveel mogelijk mee kunnen doen aan de dagelijkse bezigheden. Daarvoor moet hij zich van de ene plaats naar de andere kunnen gaan. Soms gebruikt de cliënt/zorgvrager daarbij een hulpmiddel, zoals een wandelstok, rollator of een rolstoel. Een cliënt/zorgvrager kan jouw hulp nodig hebben bij het brengen en halen naar en van een (groeps-)activiteit. Zoals naar de kapper gaan of het gezamenlijk koffiedrinken in een zorginstelling.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
van Halem, N., de Leeuw, H., Stuut, T., van ’t Wout, J. (2008). 10 Helpen bij verplaatsen. In: van Halem, N., de Leeuw, H., Stuut, T., van ’t Wout, J. (eds) Beroepspraktijkvorming Zorghulp. Beroepspraktijkvorming, vol 1. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6300-1_14
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6300-1_14
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5257-9
Online ISBN: 978-90-313-6300-1
eBook Packages: Dutch language eBook collection