Samenvatting
In je werk krijg je te maken met cliënten/zorgvragers die hulp nodig hebben bij eten en drinken: een zuigeling die de fles krijgt, een peuter die je een fruithapje geeft, maar er zijn ook ouderen, zieken of gehandicapte cliënten/zorgvragers die niet alleen kunnen eten en drinken. Als je helpt bij eten en drinken houd je er rekening mee dat verslikken gevaarlijk kan zijn. Of dat bij een warme maaltijd het vlees fijngesneden moet worden. Mensen die weinig eetlust hebben kun je helpen door kleine porties op te scheppen en alleen eten te geven dat zij erg lekker vinden.
Editor information
Rights and permissions
Copyright information
© 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij
About this chapter
Cite this chapter
van Halem, N., de Leeuw, H., Stuut, T., van ’t Wout, J. (2008). 8 Helpen bij eten en drinken. In: van Halem, N., de Leeuw, H., Stuut, T., van ’t Wout, J. (eds) Beroepspraktijkvorming Zorghulp. Beroepspraktijkvorming, vol 1. Bohn Stafleu van Loghum, Houten. https://doi.org/10.1007/978-90-313-6300-1_12
Download citation
DOI: https://doi.org/10.1007/978-90-313-6300-1_12
Publisher Name: Bohn Stafleu van Loghum, Houten
Print ISBN: 978-90-313-5257-9
Online ISBN: 978-90-313-6300-1
eBook Packages: Dutch language eBook collection