Er is al veel bekend over klachten en ziekten, maar nog méér lijken we níet te weten. Dat merkt ook de patiënt, die zich steeds vaker in het ‘alternatieve’ circuit lijkt te begeven. Zo kreeg ik laatst het verzoek van een patiënt om het chromosoom dat verantwoordelijk was voor zijn teruggekeerd prostaatkanker middels onderzoek aan te wijzen, zodat zijn acupuncturist dit chromosoom met naalden kon uitschakelen en de ziekte kon bedwingen. Maar al te vaak leidt een beetje kennis tot overschatting van onze therapeutische mogelijkheden. Dit heet in het psychologenjargon het Dunning-Kruger-effect. Google maar even; een heel interessant psychologisch fenomeen waarbij we, na wat gegoogel, ons al gauw een expert wanen in een ons onbekend vakgebied. Nadat we er dan wat meer over leren, begint dit zelfvertrouwen te verminderen, om pas weer toe te nemen als we jaren van ervaring, vaak met schade en schande, achter ons hebben. Dit geldt ook voor vage klachten. Met name die van pijn. ‘Vaag’ is natuurlijk relatief. Zo wist ook Carnett al in 1926 de oorzaak van buikklachten te herleiden naar zenuwbeknelling in de thoraxmusculatuur. Rasenberg et al. herinneren ons aan deze oude wijsheid, die na een korte ‘google’ al op veel plekken helder wordt uitgelegd. Misschien moeten we ons als dokters niet te snel neerleggen bij vage klachten en gewoon even googelen. Naar ACNES bijvoorbeeld. Voorkomt een hoop onnodig leed. Mede dankzij artikelen als van Rasenberg et al.