figure 1
figure 2

Op de Alpenreus Castor

figure 3

Onder de top van de Castor

“Na mijn afstuderen ging ik met mijn vrouw in de bergen wandelen. Ik was verkocht. We werden lid van de Bergsportvereniging, dan kreeg je korting op overnachtingen. Daarna heb ik een training van een jaar gedaan en toen dacht ik: nou kan ik het. Ik ben echt een gezelschapsklimmer. Met mijn vrouw heb ik vorig jaar oktober in Nepal de tocht om de berg Dhaulagiri gedaan, op 5360 meter hoogte. Met een groepje vrienden klim ik elk jaar. Wij zijn niet van het type dat ten koste van de medeklimmers doorgaat om de top te halen. Ons devies is: allen voor een en een voor allen. Als er iemand niet verder kan, gaan we allemaal terug. Dat is het mooie, die kameraadschap. Wat mij er al 35 jaar in aantrekt, is die fenomenale natuur waar je midden in zit. Het klimmen op zich is een kick, je moet verstand hebben van de technische kanten en de fysieke inspanning vind ik ook lekker. Ik ben een plezierklimmer. Het mag afzien zijn, met vijftien kilo op je rug en blaren, maar het moet niet te gek worden. De gevaarlijke dingen van vroeger doe ik niet meer. Ach, ik heb al zoveel moois beleefd in zoveel landen. Op mijn lijstje staan wel nog onder meer Zuid-Amerika en de Rocky Mountains.

Toen ik in de jeugdzorg zat heb ik een keer Katja Staartjes, de eerste Nederlandse die de Mount Everest heeft bedwongen, uitgenodigd voor een lezing. Ze hield een inspirerend verhaal. Bergsport is natuurlijk een spiegel van de samenleving. Maar als ik in de bergen ben, is het werk ver weg en dat hou ik graag zo.”

figure 4

Maarten Faas

Wie? Maarten Faas, bestuursvoorzitter Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg (FBZ)

Wat? Bergsport

Hoe? Met anderen