Inleiding

Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door de Bordetella Pertussis-bacterie. Ongeveer de helft van de pasgeborenen die kinkhoest krijgen wordt daarvoor opgenomen in het ziekenhuis [1]. In zeldzame gevallen leidt kinkhoest bij pasgeborenen tot stuiptrekkingen, encefalopathie of zelfs overlijden [1]. In de periode 2005 tot 2014 werden 1.711 gevallen van kinkhoest gerapporteerd, waarvan 1.279 bij kinderen jonger dan 5 maanden oud. Van de 1.279 baby’s werden er 1.020 (80%) opgenomen in het ziekenhuis en 5 van hen overleden [2]. Het vaccineren van zwangere vrouwen om hun baby’s te beschermen in de eerste maanden na de geboorte is een effectieve en veilige methode gebleken om kinkhoest te voorkomen [3]. Op advies van de Gezondheidsraad is de vaccinatie tegen kinkhoest tijdens de zwangerschap (maternale kinkhoestvaccinatie, of MKV, ook wel de 22-wekenprik genoemd) eind 2019 in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) opgenomen. De vaccinatie wordt op dit moment toegediend door de Jeugdgezondheidszorg op de consultatiebureaus.

Rond de invoering van nieuwe vaccinaties, zoals de HPV-vaccinatie, is de laatste jaren veel ophef geweest, met een lage vaccinatiegraad voor dit vaccin tot gevolg (45,5%) [4]. Het is daarom belangrijk dat bij de invoering van nieuwe vaccinaties in het RVP zorgvuldig gekeken wordt naar de informatiebehoefte van de doelgroep. Kennis van die behoefte maakt het mogelijk om de organisatie en informatievoorziening beter te laten aansluiten bij de wensen van de doelgroep, om een geïnformeerde keuze te bevorderen en mogelijke barrières tot het deelnemen aan het programma te verminderen.

Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Australië naar informatievoorziening over vaccinatie tijdens de zwangerschap wijst erop dat verloskundigen een grote rol kunnen spelen in de informatievoorziening, omdat zwangere vrouwen hen het meest vertrouwen, met name vrouwen in hun eerste zwangerschap [5, 6]. Bestaande interventies gericht op het verhogen van het bereik van een vaccinatie tijdens de zwangerschap waren het meest effectief wanneer de vaccinatie door de verloskundige werd toegediend en de verloskundigen digitale reminders kregen om de vaccinatie tijdens het consult aan te kaarten [7].

Een systematische review geeft aan dat barrières tot acceptatie van MKV sterk afhankelijk zijn van context en populatie [8]. Tot nu toe is er in Nederland geen onderzoek gedaan naar de zorg- en informatiebehoefte van zwangere vrouwen met betrekking tot MKV. In Nederland is de zorg anders georganiseerd dan in veel andere landen, waardoor resultaten uit het buitenland niet generaliseerbaar zijn naar Nederland. In Nederland zijn de informatievoorziening en organisatie van vaccinaties bijvoorbeeld belegd bij de jeugdgezondheidszorg. Daarom is het belangrijk om in Nederland zorggebruikers te raadplegen wat betreft hun wensen, om eventuele barrières tot het gebruik van zorg weg te kunnen nemen.

Dit onderzoek heeft als doel de wensen van zwangere vrouwen met betrekking tot zorg en informatievoorziening rond MKV in kaart te brengen. We onderzoeken op welke manier ze de informatie willen ontvangen, welke onderwerpen ze belangrijk vinden, op welk moment ze geïnformeerd willen worden, van wie ze de informatie en de vaccinatie willen krijgen, en hoe ze geholpen zouden willen worden bij de keuze over de vaccinatie. We zullen de wensen van de deelnemers vergelijken met de huidige zorg- en informatievoorziening van de MKV, zoals deze sinds december 2019 geïmplementeerd is.

Methode

Deelnemers en vragenlijst

We hebben een cross-sectioneel onderzoek gedaan onder zwangere vrouwen door middel van een online vragenlijst. De vragenlijst is gebaseerd op eerder onderzoek onder moeders die werden gevraagd de kinkhoestvaccinatie te overwegen binnen een cocooning-strategie, waarbij ouders zich laten vaccineren om te voorkomen dat hun baby via hen geïnfecteerd raakt met kinkhoest [9]. In april 2017 werden zwangere vrouwen die deel uitmaakten van een online consumentenpanel van onderzoeksbureau Flycatcher (ISO 26362 gecertificeerd) uitgenodigd om deel te nemen. Het Flycatcher-consumentenpanel is een bestaand panel met panelleden uit heel Nederland. Deelnemers kregen toegang tot de online vragenlijst nadat ze toestemming hadden gegeven via een online informed consent-formulier. Ze ontvingen een reminder als ze de vragenlijst na een week nog niet hadden ingevuld. De deelnemers ontvingen voor hun deelname aan het panel punten, die ze konden inwisselen voor cadeaubonnen. De deelnemers beantwoordden vragen over welke onderwerpen ze informatie wensten te ontvangen, door wie en op welke manier ze geïnformeerd wilden worden en van wie ze de kinkhoestvaccinatie zouden willen ontvangen. Bij deze vragen waren meerdere antwoorden mogelijk. Er werden vragen gesteld over eventuele gewenste hulp bij het maken van de keuze over MKV en over mogelijke barrières tot het vaccineren, of juist redenen om te vaccineren. Hierbij werd een likertschaal met 7 punten gebruikt, waarbij 1 ‘helemaal mee oneens’ aangaf en 7 ‘helemaal mee eens’. Voor deze vragen wordt in de resultatensectie het percentage deelnemers gerapporteerd dat koos voor een score van 5–7, en het dus in meerdere of mindere mate eens was met de stelling.

Gegevensanalyse

De gegevensanalyse werd gedaan in SPSS (versie 25). De analyses betroffen beschrijvende statistiek. Bij de wensen voor informatievoorziening wordt het percentage deelnemers gerapporteerd dat voor elke optie heeft gekozen. Bij de vragen over de barrières of redenen voor vaccineren worden gemiddelden en standaarddeviaties weergegeven. Omdat er relatief veel deelnemers in de zorg- of welzijnssector werken en hoogopgeleid zijn, hebben we aanvullend gekeken naar verschillen in de wensen voor zorgverlening tussen deelnemers die wel en niet werken in de zorg- of welzijnssector, en tussen hoogopgeleiden en niet-hoogopgeleiden.

Resultaten

Steekproef

De vragenlijst is ingevuld door 202 zwangere vrouwen. Tabel1 geeft de steekproefkenmerken weer. Van de deelnemers gaf 14% aan de MKV tijdens de zwangerschap al gehaald te hebben; 16% wilde dit nog gaan doen. Gemiddeld waren de deelnemers halverwege hun zwangerschap.

Tabel 1 Kenmerken van de steekproef van zwangere vrouwen (n = 202) voor het onderzoek naar wensen voor informatievoorziening

Wensen voor informatievoorziening

Van de 202 deelnemers gaven 147 (72,8%) aan meer informatie over de MKV te willen ontvangen. Figuur 1 laat zien op welke manier deelnemers de informatie het liefst wilden ontvangen. De grootste voorkeur ging uit naar een folder of brief (69,4%), gevolgd door een website (49%) en of de bestaande folder over zwangerschap (42,9%) [10].

Figuur 1
figure 1

Gewenste manier van informatie ontvangen (percentages) (n = 147)

De onderwerpen waarover deelnemers geïnformeerd willen worden staan in tab. 2. De meeste deelnemers gaven aan informatie te willen over risico’s op bijwerkingen (71,4% van de deelnemers) en over negatieve gevolgen voor de baby van de vaccinatie (70,1%). Ook de effectiviteit van het vaccin (66%), het risico (63,9%) en de ernst van kinkhoest (60,5%) werden als belangrijke onderwerpen gezien.

Tabel 2 Gewenste onderwerpen in de informatievoorziening (n = 147)

Van de deelnemers gaf 12,9% aan geïnformeerd te willen worden over de MKV als ze erover nadenken om zwanger te worden (resultaten niet in de tabel). Van de deelnemers wilde 52,4% aan het begin van de zwangerschap geïnformeerd worden, 33,3% wilde dit vóór het moment van vaccineren, bijvoorbeeld bij 20 weken, en 1,4% wilde geïnformeerd worden op het moment van vaccineren. Meer dan de helft van de deelnemers (55,4%, n = 112) gaf aan naast de informatievoorziening graag hulp te willen krijgen bij het maken van de beslissing over de MKV. Van de deelnemers gaf 58,9% aan hulp te willen in de vorm van een gesprek met een zorgverlener, 42% wilde een digitale keuzehulp, 38,4% wilde de mogelijkheid om een expert te bellen met vragen, 16,1% wilde een gesprek met andere zwangere vrouwen en 3,6% gaf aan op een andere manier hulp te willen.

Wensen voor de organisatie

Figuur 2 geeft weer van welke zorgverlener de deelnemers de informatie over MKV tijdens de zwangerschap wilden ontvangen en van wie ze de MKV wilden krijgen. De voorkeur ging uit naar de huisarts (50%) en de verloskundige (40,6%), en de minste voorkeur ging uit naar de jeugdgezondheidszorg/het consultatiebureau (10,4%). Van het aantal deelnemers dat nog geen kinderen had en dus nog niet bekend was bij het consultatiebureau koos 7,4% voor het consultatiebureau, bij deelnemers die al een of meer kinderen hadden was dit 9,4%. Dit verschil was niet significant (p = 0,34). In totaal gaf 9,4% aan de vaccinatie niet te willen krijgen.

Figuur 2
figure 2

Van welke zorgverlener wensten deelnemers informatie over de MKV (n = 147) en de MKV zelf te ontvangen (percentage) (n = 202)

Analyses wezen uit dat er geen verschil was tussen deelnemers die wel of niet in de zorg- of welzijnssector werkten wat betreft de vraag van wie ze informatie wilden ontvangen, en op welke manier. In de groep deelnemers die in de zorg werkte wilde 14% de MKV op het consultatiebureau krijgen, terwijl dit 6% was in de groep die niet in de zorg werkte. Dit verschil was niet significant (p = 0,08). Er waren geen duidelijke verschillen te zien in voorkeur voor de overige zorgverleners van wie de deelnemers de prik zouden willen ontvangen. Waar 7% van de deelnemers die in de zorg werkte aangaf zich niet te willen laten vaccineren tijdens de zwangerschap, was dit 12% in de groep die niet in de zorg werkte. Dit verschil was ook niet significant (p = 0,29).

Er waren ook verschillen tussen hoogopgeleiden en niet-hoogopgeleiden: 52% van de hoogopgeleiden koos voor het RIVM als informatiebron en hetzelfde gold voor 33% van de niet-hoogopgeleiden (p = 0,04). Onder hoogopgeleiden koos 63% voor de verloskundige als informatiebron, waar dit 85% was onder niet-hoogopgeleiden (p = 0,03). Hoogopgeleiden kozen minder vaak voor het consultatiebureau (10%) dan niet-hoogopgeleiden (18%), maar dit verschil was niet significant (p = 0,27). Waar onder hoogopgeleiden 6% aangaf zich niet te willen vaccineren, was dit onder niet-hoogopgeleiden 18%. Dit verschil was significant (p = 0,01).

De voornaamste barrière tot het accepteren van de MKV was dat de kinkhoestvaccinatie een combinatievaccin is (20,5%). Ook vormde het voor sommige deelnemers een belemmering wanneer ze naar een andere zorgverlener zouden moeten dan degene bij wie ze onder controle staan (18,7%) of indien ze een extra afspraak moeten maken (11,1%). Wanneer gevraagd werd of de mogelijkheid om zich te laten vaccineren tijdens een bestaande afspraak bij de eigen zorgverlener een reden zou zijn om de MKV wel te halen, gaf 39,0% een bevestigend antwoord. Dat het kind door de MKV iets later met de eigen vaccinaties kan beginnen was voor 37,8% reden om de MKV wel te halen.

Beschouwing

Dit onderzoek beschrijft de zorg- en informatiebehoefte van zwangere vrouwen ten aanzien van de MKV tijdens de zwangerschap. Ten tijde van het onderzoek was de MKV nog niet ingevoerd in het RVP en werd er nog niet door alle verloskundigen actief gecommuniceerd over MKV. Dit verklaart dat slechts 14% van de deelnemers de MKV al had gehaald en 16% dit nog wilde doen. Als de vaccinatie aangeboden zou worden, gaf slechts 9,4% van de deelnemers aan de MKV niet te willen. Het onderzoek toont aan dat 55,4% van de vrouwen in de steekproef hulp wilde bij het maken van een keuze over de MKV. De meesten van hen wilden hulp van een zorgverlener of een digitale keuzehulp.

Als het gaat om de vraag van welke zorgverlener deelnemers informatie over de MKV zouden willen krijgen, dan ging de voorkeur uit naar de verloskundige, gynaecoloog of huisarts. Wat betreft het toedienen van de vaccinatie zou de helft van de deelnemers dit het liefst door de huisarts laten doen en 40,6% door de verloskundige. Dit komt niet overeen met het huidige beleid om de vaccinatie door de consultatiebureaumedewerker van de jeugdgezondheidszorg te laten toedienen – hieraan gaf slechts 10,4% van de vrouwen in dit onderzoek de voorkeur. De lage populariteit van het consultatiebureau kan ermee te maken hebben met dat veel vrouwen zonder kinderen nog niet bekend zijn met het consultatiebureau, terwijl ze hun huisarts of verloskundig zorgverlener wel kennen. Dit betekent dat de informatievoorziening aandacht moet besteden aan de mogelijkheden die het consultatiebureau biedt. Een samenwerking tussen de verloskundig zorgverleners en de consultatiebureaus kan hierbij helpen. Tabel 3 bevat een vergelijking van de resultaten van ons onderzoek met het huidige beleid.

Tabel 3 Vergelijking van de resultaten van het onderzoek met het huidige beleid rond MKV [11, 12]

Onze bevindingen komen overeen met die in de literatuur. Volgens een systematische review over determinanten van de vaccinatieacceptatie tijdens de zwangerschap is het advies van de zorgverlener van grote invloed op acceptatie [8]. Daarnaast blijkt uit buitenlandse onderzoeken dat wanneer de verloskundige de MKV organiseert, de acceptatie groter is [7].

Dit onderzoek is het eerste onderzoek naar de wensen van zwangere vrouwen rond de informatievoorziening en organisatie van de maternale kinkhoestvaccinatie. Dit onderzoek heeft de volgende beperkingen. De steekproefgrootte van 202 zwangere vrouwen is relatief klein. De steekproef bevatte relatief veel vrouwen die in Nederland zijn geboren (95%), hoog opgeleid zijn (56%) en werkzaam zijn in de zorg- of welzijnssector (37,1%). Dit heeft mogelijk geleid tot een onderschatting van de populariteit van het consultatiebureau als bron van informatie, en een overschatting van de populariteit van het consultatiebureau als plek om de MKV te halen. Ook is het werkelijke percentage zwangere vrouwen dat de vaccinatie niet wil halen waarschijnlijk hoger dan 9,4%. Daarnaast geeft in de vraagstelling de term ‘jeugdgezondheidszorg/consultatiebureau’ niet aan dat het om de jeugdarts of jeugdverpleegkundige gaat. Dit heeft wellicht invloed gehad op de antwoorden van de deelnemers.

Conclusie

Dit onderzoek geeft praktische handvatten voor het ontwikkelen van de informatievoorziening over de MKV tijdens de zwangerschap. De verloskundig zorgverlener bij wie de vrouw onder controle staat wordt gezien als de belangrijkste bron van informatie, en dus zou deze zorgverlener een grotere rol kunnen spelen bij de informatievoorziening dan momenteel het geval is. Recente invoeringen van vaccinaties laten zien dat een vaccinatiegraad lastig te voorspellen is en van veel factoren afhangt, en uit literatuur blijkt dat de acceptatiegraad van een vaccinatie sterk samenhangt met de vraag of deze aansluit bij de wensen van de doelgroep [7]. De voorkeur van de zwangere vrouwen uit dit onderzoek gaat uit naar toediening van de MKV en informatievoorziening over de MKV door de verloskundig zorgverlener of huisarts, terwijl deze momenteel door de jeugdarts of -verpleegkundige bij het consultatiebureau worden gedaan. Dit vraagt om samenwerking tussen de verloskundigen en de consultatiebureaus, om de zwangere vrouwen optimaal van dienst te zijn tijdens hun zwangerschap en daarna. Ook kennen vrouwen die nog geen kinderen hebben de weg naar het consultatiebureau nog niet. Hieraan zou de voorlichting over de vaccinatie extra aandacht mogen besteden.