Het belang van een goede occlusie

figure a

Occlusie en articulatie is een onderwerp dat terecht in de belangstelling staat van tandartsen. Het belang van een goede occlusie en articulatie laat zich niet makkelijk bewijzen: nuchter en logisch nadenken is gewenst.

Peter Wetselaar zal in zijn voordracht ‘Het belang van een goede occlusie’ een reeks algemene aspecten kritisch met u doornemen.

Op dit moment is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs voorhanden om een specifiek occlusie- en/of articulatieconcept te adviseren bij restauratieve en/of prothetische behandelingen. Zelfs het veel gehoorde adagium dat hoektandgeleiding superieur zou zijn aan groepsgeleiding kan niet worden bewezen in relatie tot het comfort van de patiënt of de levensduur van restauraties. Wel is er overtuigend bewijs dat occlusie en articulatie geen rol spelen bij het ontstaan of onderhouden van temporomandibulaire klachten of bruxisme.

Door zorgvuldig te werken zijn we in staat duurzame restauraties te vervaardigen passend in de bestaande mondsituatie, waarbij uitvoerig ingrijpen in de occlusie en articulatie door mondzorgverleners veelal niet nodig is.

De leerdoelen:

U kunt benoemen:

  • Wat het belang is van de grensposities van de bewegingen van de onderkaak.

  • Wat het verschil en het belang is van maximale occlusie en centrale occlusie.

  • Welke factoren een rol spelen bij de etiologie van bruxisme en TMD.

De klinische toepassing van de T-scan; het meten van de timing van het tandcontact

figure b

Tanden en kiezen groeien niet uit totdat ze gelijkmatig op elkaar passen. Met een T-scan zijn we voor het eerst in staat om nauwkeurig en reproduceerbaar de timing van het tandcontact te registreren. Daaruit blijkt dat premature contacten vaak debet zijn aan gnathologische en tandheelkundige problemen. Deze premature contacten zijn op geen enkele andere manier op te sporen en blijven zonder T-scan onopgemerkt. Verder kun je de krachtverdeling over de hele tandboog met een T-scan meten. Als voorbeeld: Met een T-scan kun je registreren of kostbare tandtechnische werkstukken op implantaten als eerste contact maken of de meeste kauwdruk krijgen. Dat is natuurlijk het laatste wat we willen.

De T-scan is een waardevol aanvullend diagnosticum, ook bij het onderzoek naar pijnklachten uitgaande van het bewegingsapparaat, maar het is geen panacee voor TMD.

De data die je met een T-scan verkrijgt zijn nogal complex. De leercurve is daardoor nogal lang.

Hugo Vreugdenhil zal in zijn voordracht ‘De klinische toepassing van de T-scan; het meten van de timing van het tandcontact’ ingaan op de technische werking van de T-scan, de procedure van het scannen en het analyseren van de data.

De leerdoelen:

Het verkrijgen van:

  • Basiskennis van de technische werking van de T-scan.

  • Kennis van de procedure van het scannen met de T-scan.

  • Kennis van de analyse van de met een T-scan verkregen data.

Datum: 11 oktober Tijd: 19.30-21.45 uur Locatie: Hotel Van der Valk, Breukelen

Meer informatie en inschrijven: www.nwvt.nu/info@nwvt.nu