Samenvatting
Bij toetsende statistiek wordt met behulp van een statistische berekening een hypothese getoetst. Bijvoorbeeld om te bepalen of het verschil tussen groepen op toeval berust, of niet. De keuze welke statistische toets van toepassing is op de gestelde onderzoeksvraag, is afhankelijk van verscheidene factoren, zoals het meetniveau van de variabelen, de (on)afhankelijkheid van de data (onafhankelijke groepen zoals man vs. vrouw, of afhankelijke data, zoals voormeting vs. nameting bij dezelfde patiënten) en de normaliteit van de data. Dit artikel zal dieper ingaan op een van de meest gebruikte toetsen in de statistiek: de t-toets en de ANOVA (analysis of variance). Het basisidee van een t-toets en de ANOVA is na te gaan of gemiddelden van groepen gelijk zijn of van elkaar verschillen. Om een t-toets of ANOVA te kunnen uitvoeren, dient de afhankelijke variabele, de uitkomstmaat, van ratio- of intervalniveau te zijn.
Literatuur
Aarts A, Wouters E. De chi-squaretoets. Podosophia. 2017;3:124–7.
IBM. SPSS Statistics for Windows. Version 21.0. IBM corp: Armonk, N.Y., USA.
Field A. Discovering statistics using SPSS. 3e druk. band 9. Londen: SAGE; 2009.
Howell DC. Statistical methods for psychology, international edition. 8e druk. Boston: Cengage Learning; 2012.
Author information
Authors and Affiliations
Corresponding author
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Aarts, S., Wouters, E. De t-toets en de analysis of variance, ANOVA. Podosophia 26, 28–33 (2018). https://doi.org/10.1007/s12481-018-0187-8
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12481-018-0187-8