Skip to main content
Log in

Humane biotechnologie en recht, preadviezen van de Nederlandse Juristen Vereniging

  • Forum
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Samenvatting

De jaarvergadering van de Nederlandse Juristen Vereniging van 12 juni 2009 stond in het teken van biotechnologie en recht. De drie preadviezen concentreerden zich op de moderne medische technologie, waarbij erfelijke eigenschappen een rol spelen.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Institutional subscriptions

Notes

  1. Preadviezen van J. Somsen, ‘Rechtvaardige en doelmatige regulering van medische biotechnologie: embryoselectie en biobanken’, J.A. Bovenberg, ‘Het Antoni van Leeuwenhoek-recht: pleidooi voor een nieuw grondrecht’ en B.C. van Beers, ‘De humaniteit van humane biotechnologie. Juridische perspectieven op menselijke waardigheid en medische biotechnologie’, in: Humane biotechnologie en recht (Handelingen Nederlandse Juristen Vereniging 2009-I), Deventer: Kluwer 2009. Zie ook A. Hendriks, ‘Juristen verdeeld over de regulering van biotechnologie. De Nederlandse Juristen-Vereniging over humane biotechnologie en recht’, NJB 2009, p. 1638-1643.

  2. M. Busstra, ‘Eigen verantwoordelijkheid bij mensenrechten: een verkenning binnen het EVRM-systeem’, NJCM-Bulletin 2008, p. 345-363.

  3. H.J.J. Leenen, ‘Genetische experimenten en de toepassing van de resultaten’, NTvG 1987, p. 349-352.

  4. De zorgplicht van de overheid voor een menswaardig bestaan van het individu door een minimum van gezondheidszorgvoorzieningen te garanderen en tegen gezondheidsrisico’s te beschermen.

  5. Ook de Europese Conventie voor de preventie van mishandeling en onmenselijke of vernederende behandeling, Raad van Europa, 1987, speelt een rol.

  6. Selectie vanwege een medische aanleiding (wensouders met een verhoogd risico ter voorkoming van ziekten of aandoening in het nageslacht) is vrij algemeen geaccepteerd. Wel is er discussie over de vraag hoe ernstig de ziekte of aandoening moet zijn om voor selectie in aanmerking te komen.

  7. Donatie van (navelstreng)bloed of beenmerg.

  8. Zie ook Th.A.M. te Braake, ‘Pre-implantatie diagnostiek: een stand van zaken’, TvGR 2008, p. 174-186.

  9. Art. 14 VRMB (Raad van Europa) laat overigens alleen ruimte voor gevallen waar selectie op sekse dient om ernstige gezondheidsschade te vermijden.

  10. Zie Gezondheidsraad, Jaarbericht bevolkingsonderzoek 2007: zelftests op lichaamsmateriaal, Den Haag: Gezondheidsraad 2007 en Screening: tussen hoop en hype, Den Haag: Gezondheidsraad 2008.

  11. De overige relevante regelgeving laat ik buiten beschouwing.

  12. In fysieke en mentale termen.

  13. Voor nader gebruik van lichaamsmateriaal voor patiëntenzorg en in de regeneratieve geneeskunde is de geïnformeerde toestemming inmiddels een wettelijk vereiste, mede omdat het materiaal getest dient te worden op virusverwekkers en traceerbaar moet zijn.

  14. Zie ook art. 28 VRMB.

  15. <www.parelsnoer.org>.

  16. Zie hierover o.a. H.D.C. Roscam Abbing, ‘Human tissue research, individual rights and biobanks’, in: Jennifer Gunning & Soren Holm (red.), Ashgate Ethics, Law and Society, vol II, Aldershot: Ashgate 2006, p. 14. Zie ook de toelichting bij de aanbeveling van de Raad van Europa 2006/4 on research on biological materials of human origin, para. 27.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Henriette Roscam Abbing is emeritus hoogleraar gezondheidsrecht.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Abbing, H.D.C.R. Humane biotechnologie en recht, preadviezen van de Nederlandse Juristen Vereniging. TGVR 33, 531–537 (2009). https://doi.org/10.1007/BF03081656

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03081656

Navigation