Samenvatting
Waarom doen we wat we doen? Hoe komt het dat we ons voor het ene doel enorm inzetten en dat we een ander doel laten versloffen? Wat maakt het vaak zo moeilijk om goede voornemens ook uit te voeren? Deze vragen worden sinds mensenheugenis gesteld en liggen aan de basis van de psychologie van de motivatie.1 De interesse in motivatie speelt op diverse terreinen zoals de arbeids- en organisatiepsychologie, marketing en gezondheidszorg, maar zeker ook in de psychotherapie en psychiatrie. De vraag waarom sommige mensen hun therapie afmaken en hun gedrag veranderen terwijl anderen steeds voortijdig met therapie stoppen, niets met de hen geleverde adviezen en inzichten doen en weer anderen niet eens aan behandeling beginnen, houdt psychologen en psychiaters al decennia bezig. Er ontstaan steeds meer evidence-based behandelprotocollen die de kans vergroten op vermindering van klachten en verbetering van kwaliteit van leven.2 Daarbij wordt soms als te vanzelfsprekend aangenomen dat cliënten voldoende gemotiveerd zijn om de vereiste stappen ook daadwerkelijk te zetten. Aangezien therapietrouw zowel in de geestelijke als in de somatische gezondheidszorg verontrustend laag is, is het niet aannemelijk dat de meeste cliënten de effectief bewezen adviezen opvolgen.3 Onderzoek laat zien dat het opvolgen van behandeladviezen in 50 tot 75% van de gevallen niet gebeurt en dat dit vaker het geval is bij patiënten met complexe psychiatrische aandoeningen.4 In toenemende mate is er dan nu ook aandacht voor motivatie bij de uitvoering van protocollaire behandelingen.5 De vraag naar de redenen waarom mensen geen hulp willen of daar niets mee doen, speelt nog sterker als mensen gedrag vertonen dat voor anderen moeilijk invoelbaar is, zoals een dakloos bestaan, vervuilen, criminaliseren, familieleden mishandelen of hun gezondheid en sociale relaties te gronde richten door drugsgebruik.
Notes
Appelo M (2007) Socratisch motiveren. Amsterdam: Boom
Ten Horn LA (1994) Psychologische aspecten van de organisatie. Den Haag: Kluwer
Ajzen I (1991) The theory of planned behaviour. Special issue: Theories of cognitive self regulation. Organizational behaviour and human decision processes 50: 179–211
Prochaska JO & DiClemente CC (1983) Stages and processes of self-change in smoking: toward an integrative model of change. Journal of consulting and clinical psychology 5: 390–395
Claassen D ea (2007) Money for medication: financial incentives to improve medication adherence in assertive outreach. Psychiatric bulletin 31: 4–7
Miller WR & Rollnick S (2005) Motiverende gespreksvoering. Een methode om mensen voor te bereiden op verandering. Gorinchem: Uitgeverij Ekklesia
Â
Geen RG (1995) Human motivation: A social psychological approach.Belmont, CA: Cole
Keijsers GP J ea (1997;1999) Protocollaire behandelingen in deambulante geestelijke gezondheidszorg, I en II. Houten/ Diegem:Bohn Stafleu Van Loghum
Schippers GM & J de Jonge (2002)Motiverende gespreksvoering.Maandblad geestelijke volksgezondheid 57:250-265
Torrey EF & Zdanowicz M (2001)Outpatient commitment:what, why and for whom.Psychiatric services 52:337-341
Keijsers GP J ea (2007)Motiveringsstrategieën in de ambulante psychotherapie. Reeks Psychotherapie in praktijk.Houten:Bohn Stafleu Van Loghum
Appelo M (2007)Socratisch motiveren.Amsterdam:Boom
Claassen D ea (2007)Money for medication: financial incentivesto improve medication adherence in assertive outreach.Psychiatric bulletin 31: 4-7
Ten Horn LA (1994)Psychologische aspecten van deorganisatie.Den Haag: Kluwer
Ajzen I (1991)The theory of planned behaviour. Special issue:Theories of cognitive self regulation.Organizational behaviourand human decision processes 50: 179-211
Prochaska JO & DiClemente CC (1983)Stages and processes ofself-change in smoking: toward an integrative model ofchangeJournal of consulting and clinical psychology 5:390-395
Miller WR & Rollnick S (2005)Motiverende gespreksvoering. Een methode om mensen voor te bereiden op verandering.Gorinchem:Uitgeverij Ekklesia
Additional information
Drs. Arno van Dam is klinisch psycholoog-psychotherapeut, hoofd van het zorgprogramma klachtgerichte behandelingen, hoofd wetenschappelijk onderzoek en hoofd kenniscentrum voor psychiatrie en maatschappelijke overlast bij GGZ WNB
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van Dam, A. Hoe motiveer ik een cliënt die niet mee wil werken?. PSYC 11, 40–45 (2009). https://doi.org/10.1007/BF03080437
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03080437