Samenvatting
Het lijkt aantrekkelijk de bloedarmoede die optreedt door behandeling met cytostatica te bestrijden met erytropoëse-stimulerende stoffen, op dezelfde wijze als neutropenie wordt bestreden met stimulerende stoffen voor het cellulaire afweersysteem. Zowel gerandomiseerd als open onderzoek heeft tot nu toe aangetoond dat patiënten met anemie door chemotherapie door behandeling met erytropoëtine minder bloedtransfusies nodig hebben, een hoger Hb en wellicht ook een hogere kwaliteit van leven hebben. Begin 2007 gaf de FDA een waarschuwing uit om 120 g/l (7,4 mmol/L) als bovengrens voor het hemoglobinegehalte aan te houden in verband met negatieve effecten op de overleving. In 2004 was ook al zo’n soort waarschuwing verschenen.
Steensma D. Erythropoiesis stimulating agents may not be safe in people with cancer. BMJ 2007; 334: 648-49.
Bennet C, Silver S, Djulbegovic B, Samaras A, Cleasons, et al. Venous thromboembolism and mortality associated with recombinant erytropoietin and darbepoetin administration for the treatment of cancer-associated anemia. JAMA 2008; 299: 914-24.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
Darbepoëtine: in Nederland op de markt als Aranesp®
Epoëtine-α: in Nederland op de markt als Eprex®
Epoëtine-β: in Nederland op de markt als NeoRecormon®
Methoxypolyethyleenglycol epoëtine-β ofwel Pegzerepoëtineβ: in Nederland op de markt als Mircera®
’s Hertogenbosch
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Toll, P.J.M.M. Erytropoëtine bij kanker. MFAM 46, 59 (2008). https://doi.org/10.1007/BF03076982
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03076982