semenvatting
A.W. Pope, S.M. McHale & W.E. Craighead, Werken aan het Gevoel van Eigenwaarde. Assen: Dekker & Van de Vegt, 1989.
‘Ik, die mij steeds volledig heb ingezet om psycholoog te zijn, ben verpletterd als anderen meer van psychologie afweten dan ik. Maar het kan mij niets schelen dat ik totaal niets afweet van Grieks. Mijn tekortkomingen op dit gebied geven mij absoluut geen gevoel van persoonlijke vernedering. Zou ik de pretentie hebben gehad een linguïst te zijn, dan zou het precies omgekeerd liggen.’
De mate waarin William James zijn aspiratie om de beste psycholoog van zijn tijd te zijn kon verwezenlijken was – zo blijkt uit dit korte en bondige citaat – de toetssteen voor zijn gevoel van eigenwaarde. James formuleerde hiermee een kerngedachte uit de zelfconcept-psychologie, die nog steeds opgeld doet: het gevoel van eigenwaarde komt voort uit de discrepantie tussen twee perspectieven op de eigen persoon: het feitelijke zelf en het ideale zelf.
Literatuur
Harter, S. (1983). Developmental perspectives on the self system. In E.M. Hetherington (Ed.). Handbook of child psychology; Socialization, personality and social development (Vol. 4). New York: Wiley.
James, W. (1890). Principles of Psychology. New York: Holt.
Werff, J.J. van der (1989). Zelfconceptieproblemen bij kinderen: enkele theoretische overwegingen. In P.J.M. Prins & C.A.M. de Wit (Red.) Kind op het Spoor. Opstellen uit de Klinische Kinder- en Jeugdpsychologie . Lisse: Swets & Zeitlinger.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
(James, 1890, p. 309)
Dr P.J.M. Prins is als universitair hoofddocent verbonden aan de Vakgroep Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam.
About this article
Cite this article
Prins, P. Werken aan het Gevoel van Eigenwaarde. PSIE 18, 70–73 (1992). https://doi.org/10.1007/BF03061726
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03061726