Samenvatting
Het verband tussen het gebruik van β-blokkers en/of diuretica en het risico op fracturen werd nagegaan middels een omvangrijk case-control-onderzoek. Gegevens werden ontleend aan de UKGPRD (United Kingdom General Practice Research Database) die 3 miljoen mensen omvat, ingeschreven bij huisartsen, van wie continu gezondheidsgegevens worden verzameld. Schlienger en medewerkers gingen in deze gegevensbank op zoek naar alle fracturen die gerapporteerd werden over een periode van zes jaar. Zij vonden in totaal 30.601 mensen van 30 tot 79 jaar oud. Een aantal van 120.819 mensen zonder geregistreerde fracturen diende als controlegroep. Hieronder worden alleen de belangrijkste uitkomsten vermeld. De meest voorkomende fracturen waren van hand en onderarm (12.837 maal; 42%) en daarna die van de voet (4627;15,1%). Nagegaan werd het actuele gebruik van 15 verschillende β-blokkers, 13 soorten diuretica of een combinatie van stoffen uit elk van de twee groepen.
Literatuur
Schlienger RG, Kraenzlin ME, Jock SS, Meier CR. Use of β-blockers and risk of fractures. JAMA 2004;292:1326-33.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van der Does, E. Het gebruik van ß-blokkers en/of diuretica en het risico op fracturen. MFAM 43, 25 (2005). https://doi.org/10.1007/BF03058529
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03058529