Skip to main content
Log in

2004/47 Beroepsfout (waarnemend) huisarts; omkeringsregel in casu niet van toepassing

Hoge Raad der Nederlanden (P. Neleman, voorzitter, J.B. Fleers, D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman en E.J. Numann, raadsheren) d.d. 19 maart 2004 (m.nt. mr. R.J.J. de Ridder).

  • Jurisprudentie Civiel recht
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Samenvatting

Verweerder tot cassatie (X.) had als waarnemend huisarts dienst op 4 september 1996. Hij is toen door eiseres tot cassatie (Y.) over de gezondheidstoestand van haar man geraadpleegd en heeft die gezondheidstoestand onvoldoende ernstig beoordeeld om een direct ingrijpen mogelijk te maken. De volgende ochtend is de echtgenoot van eiseres overleden.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. Een dergelijke bewijsverdeling is conform de hoofdregel van artikel 150 Rv.

  2. Zie hierover meer uitgebreid: A.J. Akkermans, De ‘omkeringsregel’ bij het bewijs van causaal verband, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2002.

  3. De Hoge Raad motiveerde dat als volgt: ‘… nu het risico van het ontstaan van schade in het leven is geroepen door het niet toepassen van het voorschrift standaard antistollingsmiddelen toe te dienen en nu dit risico (het optreden van trombose) zich heeft verwezenlijkt – het causaal verband tussen de verweten gedraging en de opgelopen schade in beginsel is gegeven …’.

  4. Vgl. conclusie A-G Hartkamp nr. 10 bij HR 29 november 2002, NJ 2004, 305.

  5. Zie o.a. alinea nr. 4 van noot van JBMV bij HR 19 januari 2001, NJ 2001, 524.

  6. De Hoge Raad verwoordt dat als volgt: ‘Anders dan het onderdeel betoogt, doet hierbij niet ter zake om welke reden het post mortem onderzoek achterwege is gebleven, nu in elk geval niet is vastgesteld en B. in de onderhavige procedure ook niet heeft aangevoerd dat het achterwege blijven van dit onderzoek voor risico van J. zou behoren te komen’.

  7. Vgl. Hof Amsterdam 4 januari 1996, TvGR 1997, p. 58-66. Zie hierover meer uitgebreid: mr. Chr. van Dijk, ‘Toepassing van de theorie van het verlies van een kans bij medische aansprakelijkheid’, in: W.R. Kastelein (red.), Medische Aansprakelijkheid, Den Haag: Koninklijke Vermande 2003 en M.J.J. de Ridder: ‘Kansverlies bij medische aansprakelijkheid’, AA 1995, p. 548-554.

  8. Dat sluit dan echter niet uit, zo geeft ook de Hoge Raad aan, dat de rechter op grond van de gebleken feiten en omstandigheden tot het (voorlopige) oordeel kan komen dat causaal verband bewezen moet worden geacht.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

 ,  . 2004/47 Beroepsfout (waarnemend) huisarts; omkeringsregel in casu niet van toepassing. TGVR 28, 467 (2004). https://doi.org/10.1007/BF03056070

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03056070

Navigation