Skip to main content
Log in

Discriminatie in de gezondheidszorg: een reële zorg?

  • Artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

samenvatting

Op 16 februari j.l. aanvaardde de Tweede Kamer de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB). Twintig jaar maatschappelijke discussie en politiek debat gingen hieraan vooraf. Eén van de terreinen waarvoor de AWGB bindende regels beoogt te stellen is de gezondheidszorg.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. L. de Vroom, In vogelvlucht- Overzicht van de wetgeving gelijke behandeling mannen en vrouwen, in Nemesis 1987, jaar. 3, p. 235.

  2. De terreinen die de AWGB beslaat omvatten: arbeid in dienstverband en binnen het vrije beroep, aanbod van goederen en diensten en het sluiten van overeenkomsten door zowel de overheid als particulieren en school- en beroepskeuze voorlichting. Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22014, nr. 3, p. 4.

  3. Art. 7 AWGB luidt (voor zover relevant):

    ‘1. Onderscheid is verboden bij het aanbieden van goederen of diensten en bij het sluiten, uitvoeren of beëindigen van overeenkomsten ter zake … indien dit geschiedt:

    ....

    c. door instellingen die werkzaam zijn op het gebied van … gezondheidszorg …

    en d. door particulieren, voor zover het aanbod in het openbaar geschiedt.’

    Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22 014, nr. 21 (Tweede nader gewijzigd voorstel van wet).

  4. Anders dan bij de specialistische zorg is de vrije toegankelijkheid van de eerstelijnshulpverlening een vereiste. Vergl. Landelijke Huisarts Vereniging, Vademecum voor de huisarts, LHV, Utrecht, 1985,p. III, 10-11.

  5. Term ontleend aan het proefschrift van T. Loenen, Verschil in gelijkheid, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1992, p. 243-244.

  6. Art. 1 AWGB spreekt van ‘onderscheid tussen personen op grond van … ras, nationaliteit, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid…’.

  7. M.C. Burkens, Gelijke behandeling, in A.K. Koekkoek e.a. (red.), Grondrechten – Commentaar op Hoofdstuk 1 van de herziene Grondwet, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1982, p. 49.

  8. Memorie van Antwoord, Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 014, nrs. 1-2, p. 4.

  9. Iedere persoon heeft ook het recht om anders te zijn, vergl. art. 1, lid 2, van de Verklaring inzake ras en raciale vooroordelen van de UNESCO (1978): `all individuals and groups have the right to be different, to consider themselves as different and to be regarded as such'. Zie A. Hendriks, Principles governing the development of an AIDS/HIV policy, in Ch. Vella (red.), AIDS, justice and health policy/AIDS, giusticia e politica sanitaria, Istituto Scienticico San Raffalel, Milaan, 1993. Principi per elaborazione di una politica relativa all' aids: il ruolo della morale, dell 'etica e del diritto, in P. Cattorini red., Aids-etica, giustizia epolitica sanitaria. Editione Paoline, Milaan 1993 pag. 137 t/m 152.

  10. Samen met de geamendeerde artt. 137c, 137d en 137e Sr. zijn deze bepalingen op 1 februari 1992 van kracht geworden. Zie. A.J. Molhoek, Gewijzigde anti-discriminatiebepalingen in het Wetboek van Strafrecht, in LBR Bulletin 1992, nr. 1, p. 3-7.

  11. Omtrent de juiste terminologie, zie J.E. Goldschmidt, Staats- en bestuursrechtelijke aspecten van positieve actie, in B.P. Sloot, J.E. Goldschmidt, W.J.P.M. Fase, Positieve actie, preadviezen van de NJV, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1989, p. 76.

  12. Vergl. art. 2, lid 3, AWGB: ‘Het in deze wet neergelegde verbod op onderscheid geldt niet, indien het onderscheid tot doel heeft vrouwen of personen behorende tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toe te kennen ten einde feitelijke ongelijkheden op te heffen of te verminderen en het onderscheid in een redelijke verhouding staat tot dat doel’.

  13. Vergl. art. 2, lid 1 AWGB: ‘Het in deze wet neergelegde verbod van onderscheid geldt niet ten aanzien van indirect onderscheid dat objectief gerechtvaardigd is’.

  14. A. W. Heringa, Onderscheid en discriminatie, in NJCM Bulletin 1992, jaarg. 17, p. 12 e.v.

  15. Art. 1 GW luidt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.’

  16. Tweede Kamer, vergaderjaar 1990-1991, 22 014, B, p. 2. Zie ook: A.A.M. Mattijssen, Homoseksueel, hoezo in het bijzonder onderwijs (pre-advies), in B.P. Vermeulen e.a., De Algemene wet gelijke behandeling, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1991, p. 53 e.v.

  17. Leenen merkt hierbij op: ‘… het gelijkheidsbeginsel [houdt] in dat bij een tekort aan middelen ieder op gelijke wijze kans moet hebben van de beschikbare middelen gebruik te maken. Dat is ook de juridische norm die aan de selectie van patiënten ten grondslag moet liggen’. H.J.J. Leenen, Handboek gezondheidsrecht – Rechten van de mens in de gezondheidszorg, Samsom, Alphen aan den Rijn, 1988, p. 24.

  18. H.D.C. Roscam Abbing, International organizations in Europe and the right to health care, Kluwer, Deventer, 1979.

  19. Art. 25 UVRM resp. art. 12 IVESCR.

  20. In de Preambule van het Statuut van de WHO wordt gesteld dat: ‘Het genot van een zo goed mogelijke gezondheidstoestand iseen van de grondrechten van ieder menselijk wezen zonderonderscheid van ras, godsdienst, politiek geloof, economische of sociale positie.’ (accentuering – AH).

  21. Zie over dit vraagstuk J. Boesjes, De horizontale relaties van grondrechten, in Nederlands Juristenblad 1973, jaarg. 48, p. 905 e.v. en L.F.M. Verhey, Horizontale werking van grondrechten, in het bijzonder van het recht op privacy, W.E.J. Tjeenk Willink, Zwolle, 1992.

  22. Zie nt. 4.

  23. Tweede Kamer, Vergaderjaar 1976-1977, 13 873, nr. 7, p. 22. Overigens behoort art. 22 tot een van de minst bediscussieerde artikelen van de Grondwet. G.J.M. Cartigny, A.P.M. van der Linden, Gezondheid, wonen en ontplooiing, in: A.K. Koekkoek, e.a. (red.), Grondrechten – Commentaar op Hoofdstuk 1 van de herziene Grondwet, Ars Aequi Libri, Nijmegen, 1982, p. 419.

  24. H.J.J. Leenen, H.D.C. Roscam Abbing, Bestuurlijk gezondheidsrecht, Samsom H.D. Tjeenk Willink, Alphen aan den Rijn/Brussel, 1986, p. 18.

  25. Art 22, lid 1, GW luidt: ‘De overheid treft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid’.

  26. Zie A.P.M. van der Linden a.w. (nr. 24), p. 425.

  27. A. Mattijssen, Wie niet waagt, die niet wint, in M. Moerings, A. Mattijssen (red.), Homoseksualiteit en recht, Gouda Quim, Arnhem, 1992, p. 15.

  28. Landen waar dergelijke wetgeving bestaat zijn o.a. Australië (‘Human Rights and Equal Opportunity Commission Act (1986)’ zoals geamendeerd in 1989 en de ‘Anti-Discrimination Act (1977)’ in New South Wales), de Verenigde Staten (‘Americans with Disabilities Act’, van kracht sinds 1992) en Frankrijk (de in 1990 geamendeerde artt. 187 (1) en 416 van de ‘Code Pénal’).

  29. Medisch Tuchtcollege Amsterdam, 16 maart 1981, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1981, nr. 1981/

    Aldus de regering. Vergl. C.A.J.M. Kortman, De Grondwetsherziening 1983 en 1987, Kluwer, Deventer, 1987, p. 62.

  30. J. Egberts, K. van de Marel, R. Rijkschroeff, J. Soetenhorst-de Savorin Lohman, De integratie van vrouwenhulpverlening in hetalgemene psychiatrischeziekenhuis, Nationaal Ziekenhuis Instituut/Instituut voor de Wetenschap der Andragogie, Universiteit van Amsterdam, Utrecht/Amsterdam, 1991, p. 6; Ch. Muller, Health care and gender, New York, Russell Sage Foundation, 1990.

  31. General Assembly of the United Nations, Resolution 34/180 (XXXIV) (18 december 1979).

  32. Het Verdrag werd op 17 juli 1980 door Nederland ondertekend. In 1981 werd een Nederlandse vertaling van het Verdrag afgedrukt in het Tractatenblad (Tractatenblad 1981, nr. 61, p. 6-20).

  33. Dit verdrag laat evenwel veel ruimte voor het maken van voorbehouden. Zie L. Lijnzaad, Voorbehouden bij vrouwenverdrag, in Nemesis 1988, jaarg. 4, p. 105-111. Zie ook R. Cook, Reservations to the Convention on the Elimination of all forms of Discrimination Against Women, in Virginia Journal of International Law 1990, jaarg. 30, p. 281.

  34. World Health Assembly, WHA45.25, Women, health and development, Thirteenth plenary meeting, 14 May 1992.

  35. Preambule VUDV.

  36. Voor het gemak wordt ervan uitgegaan dat mensen zich individueel aanmelden. In de praktijk gebeurt dit vaak per gezin.

  37. Zie nt. 14.

  38. Art 2, lid 2, AWGB.

  39. Zie o.a. G. Corea, The hidden malpractice: how American medicine mistreats women, Harper & Row, New York, 1985; E. Fee, Women and health, Baywood Publishing Company, Amityville, NY, 1990.

  40. G. van Diem, In haar recht, Contact, Amsterdam, 1986, p. 21 e.v.

  41. Zie bijv.: J. van der Stoep, Verhoudingsgewijs gering gebruik door allochtone inwoners van verplaatsingsvoorzieningen voor gehandicapten in Nederland, in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1992, jaarg. 136, p. 1062-1065.

  42. Zie ook J.E. Mutchler, J.A. Blurr, Racial differences in health and health care service utilization in later life: the effect of socioeconomic status, in Journal of Health and Social Behavior 1991, jaarg. 32, p. 342-356; J.A. Stein, S.A. Fox, P.J. Murata, The influence of ethnicity, socioeconomic status, and psychological barriers on use of mammography, Journal of Health and Social Behavior 1991, jaarg. 32, p. 101-113.

  43. Hetzelfde geldt voor bepaalde groepen laaggeschoolde autochtone Nederlanders.

  44. Op verzoek van de Stichting Ziekenfonds Rotterdam en de Regionale Huisartsen Vereniging (RHV ) wordt momenteel een studie verricht naar de knelpunten die zich kunnen voordoen in huisartspraktijken in achterstandsbuurten waar o.a. veel allochtonen wonen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door W. van Woensel, Erasmus Universiteit Rotterdam.

  45. Dit verdrag werd in 1965 door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen en werd op 9 januari 1972 in Nederland van kracht, Tractatenblad 1972, nr. 38.

  46. Zie art. 1, lid 4, IVUR.

  47. J. Allema, Knelpunten en lacunes in de algemene gezondheidszorg, in het bijzonder bij jeugdige allochtonen, in M.J. Danz, H.A. van Genus, H.J. Nordbeck (red.), Verslagboek symposium Gezondheidszorg vooretnischeminderheden, Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg TNO/Koninklijk Instituut voor de Tropen, Staatsdrukkerij, Den Haag, 1982, p. 15.

  48. Anderzijds bestaat reeds vanaf 1976 het Bureau Voorlichting Gezondheidszorg Buitenlanders. Met de komst van de Vietnamese vluchtelingen werd in 1979 het Centraal Medisch Team Vluchtelingen ingesteld, in 1982 omgevormd tot het Centrum Gezondheidsvoorlichting Vluchtelingen. Per 1 januari 1993 is laatstgenoemd centrum verzelfstandigd en opereert nu onder de naam Steunpunt Gezondheidsvoorlichting Vluchtelingen ‘Pharos’.

  49. M. Ekhorst, Zorg met kleur in de gezondheidszorg, in Migranten Informatief 1992, nr. 106, p. 10-11.

  50. A. Hendriks, Human rights and homosexuality, in AIDS action, nr. 17, p. 6.

  51. Zulks o.a. door de medicalisering van homoseksualiteit in bepaalde kringen.

  52. E. van der Veen, A. Hendriks, A. Mattijssen, Lesbian and gay rights in Europe, in A. Hendriks, R. Tielman, E. van der Veen, Third Pink Book, Prometheus Books, Buffalo, 1993, p. 250.

  53. Tweede Kamer, vergaderjaar 1975-1976, 13 872, nr. 4, p. 87.

  54. A. Hendriks, L.F. Markenstein, Recht als medicijn, in M. Moerings, A. Mattijssen, Homoseksualiteit en recht, Gouda Quint, Arnhem, 1992,p. 192.

  55. Art. 1653f WGBO luidt: ‘De patiënt geeft de hulpverlener naar beste weten de inlichtingen en medewerking die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de overeenkomst behoeft’.

  56. Art. 6:248(1) BW. Zie A.G. Castermans, De mededelingsplicht in de onderhandelingsfase, Kluwer, Deventer, 1993.

  57. Art. 8 Modelregeling arts-patiënt.

  58. Zo ook het Medisch Tuchtcollege Eindhoven in zijn uitspraak van 17 september 1990 (niet gepubliceerd). Het betrof hier een keuringsarts die uit eigen initiatief op het keuringsformulier melding maakte van keurlings ‘homoseksuele uitstraling’.

  59. Zie nt. 59.

  60. T. Coenen, Homoseksualiteit in de huisartsenpraktijk, rapport nr. 78, GGD/Afdeling GVO, Rotterdam, 1987, p. 38-58. Zie ook: U. Gooss, Zur Situation Schwuler im Gesundheitswesen, in U. Gooss, H. Gschwind (red.), Homosexualitát & Gesundheit, Verlag Rosa Winkel, Berlijn, 1989, p. 13-21.

  61. Indirect onderscheid wordt ingevolge art. 1 (c) AWGB gedefinieerd als: ‘Onderscheid op grond van andere hoedanigheden of gedragingen dan die bedoeld in onderdeel b, dat direct onderscheid tot gevolg heeft’.

  62. Door veel vrouwen wordt de vraag ‘Wanneer was u voor het laatst zwanger?’ door keuringsartsen als een vorm van indirecte discriminatie ervaren.

  63. Vergl. U. Gooss a.w. (nt. 64), p. 16.

  64. Vergl.1. Schretlen, Het verbreken van een relatie met eenpatiënt, in Medisch Contact 1992, jaarg. 47, p. 48-52.

  65. T. Loenen a.w. (nt. 6), p. 260-264.

  66. Art. 12, lid 2a, IVESCR noemt hierbij kinderen als speciale doelgroep.

  67. Bijv. art. 8, lid 4, Europees Sociaal Handvest (ESH) verplicht de ‘Overeenkomstsluitende Partijen’ speciale maatregelen te treffen ter bescherming van vrouwelijke werknemers.

  68. Vergl. Handelingen Eerste Kamer, vergaderjaar 1981-1982,13 872, p. 392. Bij de behandeling van art. 1 Grondwet werd gesteld dat afwijkingen van de gelijkheidsnorm ter vermindering van de maatschappelijke achterstand van bepaalde groeperingen toelaatbaar zijn (accentuering – AH).

  69. Zie o.a. A.F. Casparie, Kwaliteitswet Zorginstellingen, WGBO en BIG, in Medisch Contact 1992, nr. 17 (47), p. 527-530, J. Legemaate, Kwaliteit van beroepsuitoefening: het ontwerp Kwaliteitswet Zorginstellingen en het wetsvoorstel Beroepen in de individuele gezondheidszorg in onderling verband, in Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1992, nr. 48 (1992), p. 2380-2384.

  70. Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 21 561, nrs. 1-2 tot en met vergaderjaar 1992-1993, nr. 13 (Eindverslag).

  71. Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 19 522, nr. 1-3. Aangenomen door de Tweede Kamer op 25 juni 1992.

  72. In maart 1992 werd een ontwerp van deze wet gepubliceerd en ter becommentariëring naar een aantal adviesorganen gestuurd. Zie J. Legemaate, Het ontwerp kwaliteitswet zorginstellingen: context en inhoud, in Tijdschrift voor Gezondheidsrecht 1992, jaarg. 16, p. 192-205.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Aangesteld bij NWO en gedetacheerd bij de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam. De auteur heeft dankbaar gebruik gemaakt van het commentaar van mr. drs. P. van Geel, mw. mr. dr. M.L.P. Loenen, mw. mr. E.T.M. Olsthoorn-Heim en W. de Ruijter, arts, bij eerdere versies van dit artikel.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Hendriks, A. Discriminatie in de gezondheidszorg: een reële zorg?. TGVR 17, 76–85 (1993). https://doi.org/10.1007/BF03055648

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055648

Navigation